DEN HAAG – Demissionair premier Dick Schoof kreeg het donderdag zwaar te verduren tijdens de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen. Zijn oproep tot minder polarisatie in de samenleving leidde niet tot steun, maar tot felle kritiek van vrijwel alle oppositieleiders. Zij verweten hem dat hij anderen aanspreekt, maar zelf te weinig grenzen trekt, met name richting PVV-leider Geert Wilders.
Oproep tot verbinding
Schoof begon met een persoonlijke noot. Hij zei zich zorgen te maken over de toenemende verdeeldheid:
“Als we de bereidheid verliezen om naar elkaar te luisteren, als dialoog wordt ingeruild voor zwart-witstandpunten, raken we verder van huis.”
Volgens de premier ligt er een gezamenlijke verantwoordelijkheid om te zorgen dat stevige debatten leiden tot compromissen, in plaats van blijvende verwijdering.
Wilders: “Gezapig middenkabinet lost niks op”
PVV-leider Geert Wilders reageerde als eerste. Hij zei de wens voor compromissen te begrijpen, maar vond dat grote problemen juist niet opgelost worden door “gezapige middenkabinetten”. Schoof antwoordde dat debatten best mogen “knetteren”, maar dat het uiteindelijk gaat om werkbare oplossingen. Daarmee balanceerde hij tussen de wens tot samenwerking en het niet willen vervreemden van de grootste partij in de Kamer.
“Dan moet u zelf ook normeren”
Voor veel fractieleiders was dit niet genoeg. Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) wees erop dat Schoof de dag ervoor stil bleef toen Wilders zei dat de vrijheid van godsdienst niet zou gelden voor meer dan een miljoen Nederlanders. “Als je zó’n oproep doet tegen polarisatie, dan moet je ook normeren. Dan moet u zeggen: hier gaat u te ver.”
Ook Mirjam Bikker (ChristenUnie), Henri Bontenbal (CDA), Rob Jetten (D66), Esther Ouwehand (PvdD) en Laurens Dassen (Volt) sloten zich daarbij aan. Schoof hield echter voet bij stuk: “Ik ga Kamerleden niet recenseren. Ik normeer wel, maar alleen in het kabinet.”
Persoonlijke aanval
Een fel moment ontstond toen Stephan van Baarle (Denk) de premier verweet dat hij slechts minister-president is omdat hij die functie zo graag wilde. Schoof reageerde zichtbaar geraakt: “De hele gedachte dat ik dit zou doen omdat ik dat zo graag wil… Ik zou bijna zeggen: ik wens het u niet toe.”
Nieuwe spanningen over Gaza
Later op de dag laaide de spanning opnieuw op toen de situatie in Gaza werd besproken. Oppositiepartijen toonden zich ontstemd dat het kabinet weigert de situatie een “genocide” te noemen en dat er geen zieke kinderen uit Gaza in Nederland worden opgevangen.
Rob Jetten (D66) beet de premier toe: “Schaam u!”
Laurens Dassen (Volt) waarschuwde: “Over een paar jaar zeggen we: we hadden het anders moeten doen. Het kabinet kijkt weg.”
Schoof hield vast aan de lijn van het kabinet: het is aan het Internationaal Strafhof om te bepalen of er sprake is van genocide, en opvang van zieke kinderen moet volgens hem zoveel mogelijk in de regio zelf plaatsvinden. “De inzet van het kabinet is om de oorlog te beëindigen,” benadrukte hij.
Felle debatten
De Algemene Politieke Beschouwingen staan bekend om harde confrontaties, maar dit jaar lag de nadruk opvallend sterk op de vraag hoe om te gaan met polarisatie. Juist tijdens dat thema werd de premier het felst aangevallen. Zijn oproep tot verbinding en compromissen lijkt vooralsnog meer verdeeldheid te hebben blootgelegd dan verminderd.