Marjolein Faber heeft een boek geschreven over haar tijd als PVV-minister van Asiel. Mij krijgen ze niet klein verschijnt vrijdag bij uitgeverij Prometheus.
Op de website van de uitgever schrijft Faber dat er bij haar aantreden “een haatmachine van ongekende proporties” op gang kwam. “En het ging niet alleen om mijn persoon. Bij voorbaat was men gekant tegen iedere mogelijke verandering die ik zou doorvoeren.” Volgens haar werd ze “belachelijk gemaakt, zwartgemaakt en gedemoniseerd”.
‘Tijd voor mijn kant van het verhaal’
Als minister van Asiel werd ze “de meest besproken minister ooit”, stelt Faber. “Is dat erg? Nee. Maar het is nu wel tijd om mijn kant van het verhaal te vertellen.” Tijdens haar ministerschap had zij die kans ook, maar ze zegde één toegezegd interview met De Telegraaf af en weigerde daarna alle verdere verzoeken. Ook nu gaat ze niet in op vragen van deze site.
In het 224 pagina’s tellende boek schrijft Faber over haar achtergrond, haar “missie” en de gebeurtenissen tijdens haar ministerschap. Ze noemt het zelf “een terugblik, zonder wrok”. Na de verkiezingen van 29 oktober keert Faber waarschijnlijk terug in de Tweede Kamer; ze staat op plek 9 van de PVV-kandidatenlijst.
Slagersfamilie en paardenliefde
Het eerste hoofdstuk is online al te lezen. Daarin beschrijft Faber haar afkomst uit een slagersfamilie in Amersfoort, waar ze naar eigen zeggen haar assertiviteit aan te danken heeft, en haar liefde voor paarden.
Faber werd in juli 2024 minister van Asiel namens de PVV. Aanvankelijk had partijleider Geert Wilders Gidi Markuszower op het oog, maar die kwam niet door de screening van de inlichtingendiensten. Faber kreeg de opdracht om het door kabinet-Schoof gewenste “strengste asielbeleid ooit” uit te voeren. Tot frustratie van Kamerleden uit de coalitie en van rechtse partijen kwam daarvan weinig terecht.
Asielcrisis en politieke spanningen
Het kabinet wilde vanwege de vermeende asielcrisis het staatsnoodrecht inzetten. Faber moest daarvoor met een “dragende motivering” komen. Ambtenaren wezen er in interne adviezen echter op dat de juridische grondslag ontbrak. Toch stelde Faber in oktober 2024 tegenover journalisten dat de motivering klaar was, tot ergernis van premier Dick Schoof. Later moest ze haar woorden terugnemen: de dragende motivering kwam er nooit.
Na de coalitieonderhandelingen werden Fabers crisisplannen omgezet in twee reguliere wetsvoorstellen. Die strenge asielwetten stuurde zij nog naar de Tweede Kamer, maar verdedigde ze uiteindelijk niet meer. Toen Wilders in juni 2025 zijn PVV-ministers uit het kabinet terugtrok, viel het kabinet.
Opvallende plannen en oneliners
In haar elf maanden als minister trok Faber vooral de aandacht met plannen voor “terugkeerborden” bij asielzoekerscentra, haar verontwaardiging over een Efteling-uitje voor alleenstaande minderjarige asielzoekers, en haar weigering om te tekenen voor lintjes voor vrijwilligers die asielzoekers hielpen.
Daarnaast werd ze bekend om haar oneliners, zoals: “Ik ben geen stempelmachine”, “Ik diesel gewoon door” en “Ik ben beleid”. Bij haar vertrek uit het Catshuis in juni waren haar laatste woorden als minister: “Ik wás beleid.”