ROTTERDAM / VLAARDINGEN – John van den B. en zijn partner Daisy W. zitten geruime tijd in het beklaagdenbankje. Tegen het stel lopen ernstige beschuldigingen: ze zouden hun pleegkinderen mishandeld hebben en daarbij ook seksdates hebben georganiseerd in hun woning. De zaak heeft grote maatschappelijke weerklank, mede door de ernst van de aantijgingen en het kwetsbare statuut van hun pleegkinderen.
Dadermodellen: seksdates, drank en geweld
In de rechtszaal klinkt dat John en Daisy seksuele afspraken hebben gemaakt vanuit hun woning, waarbij betaalde seksdates en drankgebruik deel uitmaakten van hun privé-leven – terwijl deze activiteiten plaatsvonden onder het dak waar hun pleegkinderen ook woonden. Deze vermeende activiteiten vormen een schokkend element van het aantijzingenspectrum.
De kern van het dossier draait op de mishandeling van meerdere pleegkinderen, onder wie een meisje dat in mei 2024 werd opgenomen in het ziekenhuis met ernstig letsel. Volgens het Openbaar Ministerie zou het meisje zijn ondervoed, vastgebonden, opgesloten in een kooi en in een hulpeloze toestand hebben verkeerd. Daarnaast wordt er gesproken over zware lichamelijke mishandeling: schoppen, slaan en zelfs het gebruik van sigaretten of brandende voorwerpen. Ook valt op dat een andere pleegkind vastgehouden zou zijn in een hondenhok, zo blijkt uit een dagboek dat beschrijvingen bevat van opsluiting, gebrek aan voedsel en intimidatie.
Verdediging, verminderd toerekeningsvatbaar en deskundigenrapport
In de procedure werd bekendgemaakt dat John en Daisy zijn onderzocht in het Pieter Baan Centrum (PBC). Deskundigen stelden vast dat beiden verminderd toerekeningsvatbaar zijn verklaard. Bij Daisy is vastgesteld dat haar persoonlijkheidsstructuur kenmerken vertoont van wantrouwen, egocentrisme en een gebrek aan empathie. Bij John is sprake van een “ongedefinieerde” persoonlijkheids- of agressiestoornis. Beide deskundigen gaven advies tot verplichte forensische behandeling (TBS) met dwang.
In de rechtszaal weigerde Daisy W. een verklaring af te leggen. John van den B. sprak kort zijn spijt uit en klaagde over een eenzijdig beeld in de media en het politieonderzoek. Zijn verdediging betoogt dat bewijsvoering fragiel is en dat de werkelijkheid mogelijk complexer is dan het OM schetst.
Meerdere slachtoffers en omvang van de zaak
De rechtszaak richt zich niet enkel op één pleegkind. Naast het zwaar mishandelde meisje wordt het stel ook beschuldigd van mishandeling van drie andere kinderen: twee Syrische jongens en een jongere halfzus van het meisje. Naar verluidt zou het tweetal geweld hebben gebruikt (slaan, schoppen) en de kinderen in kwetsbare situaties hebben gebracht (vastbinden, opsluiting).
In een zaak die eerder nationale aandacht trok, werd al onthuld dat de situatie verder reikt dan voorheen gedacht: dat er mogelijk andere kinderen eveneens slachtoffer zijn van het zogenoemde “Vlaardingse pleeggezin”. De omvang van de zaak werpt een schaduw over het toezicht op pleegzorg en jeugdhulporganisaties die betrokken waren bij de plaatsing van de kinderen in dit gezin.
Maatschappelijke en institutionele reflexen
De zaak ligt politiek en ethisch gevoelig. Kritiek bestaat op hoe instellingen als jeugdzorg, inspecties en pleegzorgsystemen signalen van misbruik hebben kunnen negeren of onvoldoende hebben ingegrepen. De betrokken pleegzorginstelling werd eerder onder verscherpt toezicht gezet door toezichthouders wegens tekortkomingen in kwaliteit en veiligheid.
Biologische ouders en belangenorganisaties eisen transparantie in het opzetten van controles en correcte handhavingsmechanismes. Het vertrouwen in de bescherming van kwetsbare kinderen staat op het spel.
Wat staat er te gebeuren?
De zaak wordt inhoudelijk behandeld tijdens zittingen in november.
De rechter moet nagaan of bewijsmateriaal zoals het dagboek, camerabeelden, medische rapporten en getuigenverklaringen voldoende gewicht hebben.
Er wordt gekeken of de combinatie van straf en TBS-maatregelen passend is.
Voor de toekomst van pleegzorg ligt een proef op de som: kunnen controlemechanismen zo worden ingericht dat dergelijk misbruik wordt voorkomen?
De rechtszaal in Rotterdam vormt het toneel voor een zaak die raakt aan de diepe kwetsbaarheid van pleegkinderen en aan de verantwoordelijkheid van overheid, justitie en maatschappelijke instellingen om hen te beschermen. Terwijl John en Daisy zwijgen, ligt het woord bij het bewijs, de rechtbank en de samenleving.