Ongekend hard optreden: 675 Nederlanders opgesloten door CJIB omdat ze hun boete niet konden betalen

In 2024 zijn 675 Nederlanders opgesloten omdat zij een door de rechter opgelegde schadevergoeding niet hebben voldaan. Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) schakelde het middel van gijzeling in — formeel: gedwongen opname in een huis van bewaring — om hen alsnog tot betaling te dwingen. Imke, Arjan en vele anderen bevonden zich plots in detentie, niet vanwege een nieuwe strafzaak, maar omdat ze de civielrechtelijke verplichting tot schadevergoeding niet nakwamen.

Het gebruik van gedwongen opname als instrument vindt zijn wettelijke grondslag in het Wetboek van Strafvordering en de procesregeling van de kantonrechter. Wanneer iemand een beschikking tot betaling van schadevergoeding niet nakomt, kan het Openbaar Ministerie (OM) de kantonrechter verzoeken tot gijzeling. Deze vormt dan het laatste middel om betaling af te dwingen — een middel dat de betrokkenen vaak als een “gevangenis” ervaren. De duur van de gedwongen opname is wettelijk beperkt tot maximaal zeven dagen per beschikking.

Volgens een analyse van de cijfers blijkt dat het fenomeen vooral voorkomt bij mensen die de beschikking niet kunnen betalen en geen betalingsregeling hebben getroffen. In veel gevallen gaat het om schadevergoedingen in strafzaken: slachtoffers krijgen een vordering toegewezen en de veroordeelde moet betalen. Wanneer dit niet gebeurt, komt de civielrechtelijke verplichting bovenop de al vastgestelde straf. CJIB-gegevens tonen aan dat de oplopende schuldenlast en de complexiteit van het rechtssysteem bij veel betrokkenen geleid hebben tot wanbetaling.

De werkwijze zorgt zowel voor kritiek als legitimiteit. Voorstanders stellen dat gijzeling in uitzonderlijke gevallen een noodzakelijk middel is om de rechtsorde te handhaven en slachtoffers recht te doen. Kritisch geluid komt vanuit slachtoffers­rechtsorganisaties en de Sociaal-Economische Raad, die het middel nobel maar tegelijk problematisch achten: “Het voelt als straf zonder dat je een nieuwe daad hebt begaan,” aldus een jurist die betrokken is bij slachtofferhulp.

Een cruciaal onderdeel van het debat is de vraag of veroordeelden wel degelijk in staat zijn tot betaling. Als iemand bereid is te betalen maar daartoe werkelijk niet in staat is — bijvoorbeeld door armoede of werkloosheid — mag een kantonrechter de gijzeling uitstellen of afwijzen. Uit de jurisprudentie blijkt dat de regeling vooral is bedoeld als drukmiddel en niet als primaire bestraffing. Toch ervaren veel gedupeerden de gedwongen opname als een behoorlijke aanval op hun vrijheidsrecht.

De cijfers onderstrepen een opvallende trend: terwijl schuldhulpverlening en budgetondersteuning de laatste jaren zijn versterkt, blijft het aantal gedwongen opnames op hoog niveau. Experts wijzen op twee mogelijke oorzaken: enerzijds het beleid van het OM om meer civielrechtelijke dwangmiddelen in te zetten, anderzijds het effect van oplopende schadevergoedingen gecombineerd met langdurige onbetaalde schulden, waardoor de drempel voor gijzeling verlaagd lijkt.

Voor de gedetineerden betekent de ervaring van gedwongen opname vaak een sterke verstoring van werk, gezin en maatschappelijke positie. In sommige gevallen brengt het blootstelling aan detentie zonder nieuwe straf ook sociale stigmatisering met zich mee. Een voormalige gedetineerde verwoordt het als volgt: “Je bent niet opnieuw veroordeeld, maar toch zit je vast. Dat verlies je niet zomaar.”

Het OM geeft aan het gebruik van dit middel “zorgvuldig en proportioneel” in te zetten, waarbij iedere zaak individueel wordt bekeken. Toch ervaren betrokkenen het doorgaans als onverwacht en ingrijpend. Het CJIB adviseert personen met een beschikking tot schadevergoeding contact op te nemen voor betalingsregeling wanneer zij niet volledig kunnen betalen.

De discussie over de juiste balans tussen slachtoffer-recht en vrijheidsbeperking is ongekend actueel. Veel juristen vinden dat het proces transparanter moet worden: wie wordt aangehouden voor gijzeling, moet helder inzicht krijgen in de weg naar vrijlating en de mogelijkheid tot betaling of regeling.

Voor de 675 Nederlanders van vorig jaar was gijzeling hét laatste middel in een lange reeks waarschuwingen, dwangmiddelen en erkenningen van schuld. Voor het rechtssysteem markeert dit middel de grens tussen civielrechtelijke handhaving en strafrechtelijke vrijheidsbeperking — en roept het de vraag op hoe gewaagd die grens zou mogen zijn.

Gerelateerde Artikelen

Laat uw reactie hier achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Nieuwsbrief

Goed op de hoogte blijven? Meld je aan voor onze nieuwsbrief en krijg het laatste nieuws, verdiepende verhalen en exclusieve updates direct in je inbox.

You have been successfully Subscribed! Ops! Something went wrong, please try again.

Unlock Premium Content!

Sign up for our
premium membership today.

Categorieën

    Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang de laatste updates, exclusieve verhalen en deskundige inzichten rechtstreeks in je inbox. Word vandaag nog lid van onze community!

    Contact Informatie

    Heb je een vraag, tip of opmerking? We staan voor je klaar. 

    © 2025 Nieuws Arena. Alle rechten voorbehouden.