LELYSTAD – Zondag 2 november 2025 – 2 min. leestijd
“Als ik eind 2026 geen nieuw pand heb, staan wij met meer dan 5000 patiënten letterlijk op straat.” Huisarts Marloes Arendshorst uit Lelystad slaat alarm over de nijpende huisvestingssituatie van haar praktijk. Ze deelt momenteel samen met een collega tijdelijk ruimte in het St Jansdal Ziekenhuis, maar een definitieve en betaalbare locatie vinden blijkt vrijwel onmogelijk. Het aanbod aan geschikte panden is schaars, en de huren zijn de afgelopen jaren meer dan verdrievoudigd.
Landelijk probleem
Arendshorst is niet de enige die in de problemen komt. Volgens de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) heeft ruim driekwart van de huisartsen in Nederland te maken met huisvestingsproblemen. “Huisartsen kunnen stijgende kosten niet zomaar doorberekenen, zoals gewone ondernemers dat doen,” legt LHV-voorzitter Marjolein Tasche uit.
Tarieven lopen achter op de werkelijkheid
De inkomsten van huisartsen zijn namelijk afhankelijk van vaste, gereguleerde tarieven die worden vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Volgens Tasche sluiten die tarieven totaal niet aan bij de huidige kosten. “De financiering wordt gebaseerd op cijfers uit het verleden. Dat systeem is niet toekomstbestendig,” zegt ze.
LHV stapt naar de rechter
Omdat de organisatie vindt dat de huidige berekeningsmethode onrechtvaardig is, heeft de LHV een rechtszaak aangespannen tegen de NZa. Op 18 november doet de bestuursrechter uitspraak. “Dat wordt een cruciaal moment voor alle huisartsen in Nederland,” benadrukt Tasche.
Oproep aan gemeenten en zorgverzekeraars
Naast landelijke maatregelen ziet de LHV ook een belangrijke taak voor gemeenten en zorgverzekeraars. Zij zouden volgens Tasche actiever moeten samenwerken om geschikte en betaalbare huisvesting voor huisartsen te realiseren. Gemeenten kunnen daarbij helpen door voldoende maatschappelijk vastgoed beschikbaar te stellen en huisartsen actief te ondersteunen bij het vinden van locaties.
Ook huisarts Arendshorst hoopt op die samenwerking. “Het zou heel waardevol zijn als we met elkaar — gemeente, zorgverzekeraars en huisartsen — constructief naar oplossingen kijken. Want uiteindelijk gaat het om de zorg voor duizenden patiënten die niet zonder huisarts kunnen.”













