In de Georgische hoofdstad Tbilisi heeft de politie vorig jaar bij anti-regeringsprotesten naar verluidt een chemisch wapen ingezet dat dateert uit de Eerste Wereldoorlog. Uit recent onderzoek blijkt dat het middel, bekend als camite, is toegevoegd aan de waterkanonnen waarmee demonstranten werden beschoten. Getuigen klagen over ernstige klachten: huidbrand, kortademigheid, hoesten en wekenlange misselijkheid. Artsen melden dat ongeveer 170 mensen medische hulp zochten.
De demonstraties waren gericht tegen de beslissing van de regering om het toetredingsproces tot de Europese Unie op te schorten, nadat de pro-Russische partij Georgische Droom aan de macht kwam. Wat begon als vreedzaam protest liep uit op confrontaties met de oproerpolitie, die volgens klokkenluiders het verouderde maar uiterst giftige camite inzette — een chemisch middel dat oorspronkelijk al in het begin van de twintigste eeuw werd gebruikt.
Experts op het gebied van chemische wapens en toxicologie waarschuwen dat het gebruik van camite ernstige gevolgen kan hebben. Het gas staat bekend om zijn langdurige schadelijke effecten, variërend van huid- en ademhalingsproblemen tot blijvende gezondheidsschade. De internationale regelgeving rond mensenrechten stelt dat bij crowd control uitsluitend middelen mogen worden ingezet die proportioneel zijn en geen onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid vormen. Dat criterium lijkt met deze inzet mogelijk te zijn geschonden.
Politie en autoriteiten in Georgië hebben formeel niet erkend dat camite is gebruikt. Volgens een woordvoerder is er slechts sprake geweest van “normale crowd-control middelen en traangas”, en is er niets buiten de regels om toegepast. Kritische interne bronnen binnen de politiediensten beweren echter van wel. Een voormalig hoofd van de wapenafdeling van de oproerpolitie heeft de feiten geopenbaard: hij zegt dat het mengen van camite met water uit de kanonnen tot 2022 gangbaar was — en pas daarna werd afgebouwd. Na zijn onthullingen vluchtte hij het land uit, uit angst voor represailles.
Demonstranten bevestigen de gruwelijke impact. “Het water voelde aan alsof het brandde,” aldus een van hen — een ervaring die hij later beschreef als “brandende huid, ademhalingsproblemen en misselijkheid, dagenlang.” Een arts, betrokken bij de eerste hulpverlening, registreerde in de weken na de protesten tientallen patiënten met aanhoudende klachten. Velen klaagden over huidirritaties, ademhalingsproblemen en chronisch hoesten.
De onthullingen leiden tot internationale verontwaardiging en roepen vragen op over de omgang met burgerrechten in Georgië. Mensenrechtenorganisaties dringen aan op onafhankelijk onderzoek en op verantwoording van de autoriteiten. In het Europees en internationaal recht geldt het gebruik van chemische wapens, zelfs bij interne acties, als strikt verboden. Dat politie-optreden met middelen uit de Eerste Wereldoorlog doet terugdenken aan een donker hoofdstuk in de geschiedenis — en roept de vraag op: hoever is het instrumentarium van ordehandhaving bereid te gaan?
De regering van Georgië houdt zich op de vlakte. Officieel is er tot op heden geen onderzoek ingesteld naar het vermeende gebruik van verboden chemische middelen. Internationaal toezicht en diplomaten dringen aan op transparantie. Ondertussen blijven de slachtoffers kampen met fysieke pijn, en kampen activisten met angst en onzekerheid. Wat de toekomst brengt, is onduidelijk — maar de onthullingen hebben de wereld wakker geschud.













