DEN HAAG — Vrijdagavond is rond 19.00 uur een man aangehouden bij de Israëlische ambassade in Den Haag. Hij wordt verdacht van vernieling, en volgens de ambassade zou hij brandstichtingsmateriaal bij zich hebben gedragen. Er zijn geen gewonden gevallen. De betrokkenen roepen de regering op om de aanval krachtig te veroordelen.
Wat is er gebeurd
Omstreeks 19.00 uur vrijdagavond is de verdachte gearresteerd op het terrein van de ambassade gelegen aan de Johan de Wittlaan. De politie kwam in actie nadat sprake was van een gewelddadige poging tot inbraak.
Volgens de woordvoering van de ambassade droeg de verdachte brandstichtingsmateriaal. Het is nog onduidelijk of dat materiaal daadwerkelijk is ingezet.
Alle medewerkers van de ambassade zijn ongedeerd gebleven.
Reactie ambassade en andere betrokken partijen
De ambassade noemt het incident een “gewelddadige poging tot inbraak” en dringt er bij de overheid op aan om de aanval helder te veroordelen.
Ook werd de politie geprezen voor de “snelle arrestatie”.
Achtergrond en eerdere incidenten
Dit is niet het eerste incident bij de Israëlische ambassade in Den Haag. Vorige maand werd de ingang van het gebouw beklad met rode verf, en drie verdachten werden aangehouden.
In maart 2024 gooide een 25-jarige man uit Amsterdam een brandend voorwerp naar de ambassade, wat lichte schade veroorzaakte. Ook dan bleef het bij materiële schade; er vielen geen gewonden.
Politieonderzoek
De politie onderzoekt momenteel de toedracht van de poging tot inbraak: hoe de verdachte tot bij de ambassade kon komen, of veiligheidsmaatregelen gefaald hebben, en wat de rol is geweest van het meegebrachte materiaal.
Bewakingsbeelden en getuigenverklaringen zullen mogelijk gebruikt worden om de zaak verder op te helderen.
Gevolgen en maatschappelijke impact
Het incident trekt veel aandacht in het kader van recente stijgingen in vernielingen en vandalisme bij Israëlische en Joodse instellingen. Dergelijke acties worden door betrokkenen bezien als symptomen van toegenomen spanningen.
Voor de ambassade geldt dat diplomatieke gebouwen moeten kunnen opereren zonder vrees voor geweld of intimidatie. Ambassadeur Modi Ephraim en anderen hebben benadrukt dat de aanval een bedreiging vormt voor die vrijheid.
Juridische kaders
Vernieling, inbraakpoging, en bezit van brandstichtingsmateriaal zijn strafbaar volgens het Wetboek van Strafrecht. De exacte beschuldigingen zullen afhangen van wat de politie bij het onderzoek aantreft.
Er wordt ook gekeken naar mogelijke motieven: of de daad losstaat van protesten of part of een georganiseerde actie is. Tot nu toe is hierover niets formeel bevestigd.
Politieke en diplomatieke gevoeligheden spelen mee: de ambassade heeft duidelijk gemaakt dat ze hopen op duidelijke veroordeling vanuit de overheid en mogelijk extra maatregelen om veiligheid rondom hun gebouwen te versterken.
Verwachte vervolgstappen
De verdachte zal worden voorgeleid aan het bevoegd gezag en mogelijk worden voorgeleid aan de rechter-commissaris.
Er wordt onderzocht of de overheid aanvullende beveiligingsmaatregelen moet treffen rond de ambassade, zowel fysiek (zoals camera’s, toegangspoorten) als organisatorisch (meer toezicht, patrouilles).
Mogelijk komt er een openbare verklaring of debat in de gemeenteraad of in Den Haag over de veiligheid van diplomatieke gebouwen.