DEN BOSCH – In de strafzaak rond het dodelijke Stint-ongeluk uit 2018 heeft de verdediging van de verdachten maandag tijdens de rechtszitting in Den Bosch de aanklacht krachtig bestreden en de verantwoordelijkheid voor het ongeluk nadrukkelijk bij de bestuurder gelegd. De zitting is onderdeel van het langdurige proces tegen de twee ondernemers achter het elektrische kindervervoerproduct Stint, dat op 20 september 2018 vier jonge kinderen het leven kostte toen het voertuig op een spoorwegovergang in Oss werd geraakt door een trein.
De rechtszaak draait om de vraag of de Stint een gevaarlijk product was en of de betrokken ondernemers, naast hun bedrijven, strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de gruwelijke crash. Volgens de aanklager heeft de fabrikant zich schuldig gemaakt aan het op de markt brengen van een onveilig voertuig dat onvoldoende voldeed aan technische en wettelijke veiligheidsnormen. De verdediging blijft echter bij haar stelling dat de oorzaak van het drama niet kan worden afgeschoven op de technische staat van het voertuig, maar dat de bestuurder de controle over het voertuig verloor.
De slachtoffers van het ongeluk waren kinderen van een buitenschoolse opvang. Op de ochtend van het ongeluk reed een begeleidster met de Stint – een elektrisch aangedreven bakfietsachtig voertuig dat in veel kinderopvangorganisaties werd gebruikt om meerdere kinderen tegelijk te vervoeren – vijf kinderen over een spoorwegovergang in Oss-West. De begeleidster vertelde in eerdere verklaringen dat zij de Stint niet tot stilstand kon brengen, wat leidde tot de aanrijding met de trein. De begeleidster raakte daarbij ernstig gewond en haar verklaringen vormen een zwaar emotionele grondslag in het proces.
De verdediging zette afgelopen maandag voor de rechtbank uiteen dat het gedrag van de bestuurder – haar inschatting van de situatie, de wijze van besturen en haar beslissingen op het moment dat het voertuig het spoor naderde – directe oorzaak is van de crash. Advocaten betoogden dat de technische toestand van de Stint zelf niet aantoonbaar de remcapaciteit ontzegde en dat de focus op ontwerpfouten de aandacht afleidt van de daadwerkelijke gebeurtenissen op het moment van de aanrijding. Zij benadrukten dat hij de Stint niet “op hol sloeg” en dat fouten in de bediening en inschatting van de bestuurder niet genegeerd mogen worden bij het vaststellen van schuld.
Tegelijkertijd blijft het Openbaar Ministerie (OM) bij zijn standpunt dat de Stint feitelijk een gevaarlijk product was, en dat de verantwoordelijken nalatig zijn geweest. Volgens het OM kende de fabrikant al langer problemen met de veiligheid van het voertuig, waaronder technische mankementen aan remsystemen en de afwezigheid van noodzakelijke noodvoorzieningen. Het OM heeft voorgesteld dat de directeuren van de betrokken bedrijven gevangenisstraffen van ongeveer vijf jaar krijgen en dat de ondernemingen zelf zware boetes betalen vanwege medeplichtigheid aan het op de markt brengen van een onveilig product.
De families van de omgekomen kinderen hebben eerder al hun stem laten horen in de rechtszaak. Nabestaanden en overlevenden hebben emotionele verklaringen afgelegd over de impact van het ongeluk op hun leven en over het verlies van hun dierbaren. Ouders en naasten hebben het OM gesteund in hun poging om volledige aansprakelijkheid vast te stellen bij de producenten, die volgens hen nooit voldoende waarschuwden voor technische tekortkomingen of contact hebben gezocht met families na het ongeluk.
De kwestie over de vraag wie precies verantwoordelijk moet worden gehouden heeft de rechtszaak sterk getekend. De verdediging blijft vasthouden aan het argument dat de bestuurder niet onomstotelijk kan worden vrijgesproken van schuld, terwijl het OM én de nabestaanden benadrukken dat het voertuig in kwestie structurele gebreken had die minstens net zo bepalend waren voor het verloop van de fatale rit. In eerdere dagen van de zitting heeft de rechtbank vragen gesteld over het al dan niet aanwezig zijn van een noodknop en of zulke voorzieningen het ongeluk hadden kunnen afwenden, maar concrete antwoorden daarop blijven onderwerp van discussie.
De foutanalyse van eerdere onderzoeken wees uit dat er diverse technische tekortkomingen konden zijn geweest aan de Stint, maar er bestaat geen consensus binnen het onderzoeksteam over de precieze bijdrage van elk potentieel defect aan het ongeval zelf. Dat maakt de bewijsvoering complex en het debat tussen verdediging en OM intensief.
De rechtszaak, die meerdere dagen zal duren, wordt gezien als een van de meest gevoelige en emotioneel geladen productaansprakelijkheidszaken van de afgelopen jaren in Nederland, mede vanwege de jonge slachtoffers en de jarenlange nasleep van het ongeluk. De rechtbank buigt zich de komende dagen verder over de betrokkenheid van de ondernemers, de technische staat van de Stint en de toerekenbaarheid van schuld, voordat later een uitspraak volgt.
