Vandaag, 09:52 • Aangepast Vandaag, 10:20 • 4 minuten leestijd
De 75-jarige Marijke van Weel uit Oud-Beijerland verdween in de nacht van 27 op 28 maart 2024. Anderhalf jaar later is er nog altijd geen spoor van haar gevonden. Haar kinderen leven tussen hoop en onzekerheid. In de EO-podcast Verdwenen vertellen ze hoe ze omgaan met het gemis — en met de vragen die maar blijven.
Een fiets bij de rivier
De vermissing kwam aan het licht toen een voorbijganger een fiets ontdekte bij een bankje aan de oever van de Dordtse Kil in ’s-Gravendeel. De fiets stond op slot; in de fietstas lagen Marijkes portemonnee en sjaal. De ontdekker vertrouwde het niet en schakelde de politie in.
Voor dochter Ingrid begint die ochtend zoals elke andere. Totdat haar man belt.
“Hij zei met een bibberstem dat de politie voor de deur stond en het huis van mijn moeder in wilde, omdat haar fiets was gevonden — maar zij niet,” vertelt ze. “Toen moest ik echt even gaan zitten.”
Ook zoon Edwin hoort het nieuws snel. “Je weet gewoon even niet wat je moet zeggen. Je kijkt dwars door alles heen.”

Zorgzaam, maar eigenwijs
In de podcast ruimen Ingrid en Edwin het huis van hun moeder leeg. Ze hebben de huur opgezegd.
“Het werd steeds moeilijker om er te komen,” zegt Ingrid. “Ik heb hier tot mijn vijfentwintigste gewoond. Overal zitten herinneringen.”
Hun moeder herinneren ze als een warme, zorgzame vrouw. “Mijn vader werkte lange dagen als schilder, maar mama was er altijd. Als we uit school kwamen stond er thee klaar met een kaakje,” vertelt Ingrid. “Ze hield van fietsen en wandelen in de natuur.”
Tegelijk was ze eigenzinnig en zelfstandig. “Ze wilde alles zelf doen, geen hulp accepteren,” zegt Ingrid. “Zelfs als ze ziek was, zei ze: ‘Jij hebt genoeg aan je hoofd, ik red me wel.’”
Een raadsel zonder antwoord
Ondanks maanden van intensieve zoekacties — met boten, honden en drones — is Marijke nooit gevonden. Haar kinderen hebben zich erbij neergelegd dat hun moeder waarschijnlijk niet meer leeft.
“De enige logische verklaring is dat ze te water is geraakt,” zegt Ingrid.
Edwin vult aan: “We denken dat ze vrijwillig uit het leven is gestapt, maar zeker weten doen we het niet.”
Bij de fiets werd ook haar tas aangetroffen, met onder andere schoon ondergoed, zeep, een tandenborstel en een shirt. “Alsof ze van plan was één of twee nachtjes weg te gaan,” zegt Ingrid. “Maar dat zou niks voor haar zijn geweest. Als ze ergens heen ging, wist ik dat altijd.”

Twijfels en vragen
Was haar moeder ongelukkig? Ingrid denkt van niet.
“Een paar weken voor haar verdwijning gingen we nog lunchen. Ze zei: ‘Kind, wat was het gezellig, dat doen we snel weer.’”
Toch vraagt ze zich af of beginnende dementie een rol speelde. “Met kerst vroeg ze drie keer hetzelfde aan mijn dochter. Misschien waren dat eerste signalen. Maar haar huis was keurig opgeruimd, alles stond op zijn plek. Dat past daar dan weer niet bij.”
De onzekerheid blijft.
“Is ze in een auto gestapt? Is ze meegenomen? Je blijft gissen,” zegt Ingrid.
Edwin zucht: “We hebben honderd vragen, en geen enkel antwoord. Zonder lichaam kun je niet echt afscheid nemen. Dat vind ik nog het moeilijkst.”
Bron: Omroep Gelderland













