Maarssen/Utrecht – De 32-jarige Kevin Victor, arbeidsmigrant en voormalig werknemer van uitzendorganisatie Otto Work Force, heeft een opvallende overwinning behaald bij de rechter. Zijn werkgever wilde hem zijn woning uitzetten omdat hij zich niet aan de huisregels zou houden, maar de rechter bepaalde dat hij voorlopig mag blijven. De zaak kan grote gevolgen hebben voor de rechten van duizenden arbeidsmigranten in Nederland.
Van belofte naar onzekerheid
Kevin Victor, geboren op Sint Maarten en opgegroeid in Groot-Brittannië, kwam begin 2024 via een advertentie op Instagram in contact met Otto Work Force. Daar werd hem werk én huisvesting beloofd — een aantrekkelijk aanbod voor iemand die in Nederland een nieuw bestaan wilde opbouwen.
Hij ging aan de slag als orderpicker bij supermarktketen Jumbo en kreeg via het huisvestingsbedrijf Labour Housing een plek in een chalet aan de Gageldijk in Maarssen, achter de Maarsseveense Plassen. De chalets maken deel uit van een zogenoemd vakantiepark, maar in werkelijkheid wonen er bijna uitsluitend arbeidsmigranten uit Oost-Europa en het Caribisch gebied.
“De beloftes leken goed, maar de praktijk was anders,” vertelt Kevin. “Ik heb in korte tijd op drie verschillende plekken gewoond, vaak ver van mijn werk. Uiteindelijk kwam ik hier terecht, in een chalet met drie anderen. We deelden alles — zelfs de slaapkamer van negen vierkante meter.”
Elke maand werd 525 euro van zijn loon ingehouden voor de huur. Privacy was er nauwelijks, en inspecteurs kwamen wekelijks onaangekondigd binnen.
“Ze kwamen zomaar binnen met een sleutel”
Volgens Kevin kwam er wekelijks iemand langs die zonder toestemming de deur opende. “Ze maakten foto’s van afwas, kleren of stof. Als ze iets niet goed vonden, kreeg het hele huis een boete — gewoon van je loon afgehaald.”
Toen hij begon te klagen over de werkwijze en buren aanspoorde om zich officieel in te schrijven op hun woonadres (waardoor ze huurrechten kregen), liep de spanning op. Kevin kreeg waarschuwingen voor ‘rommel’, ‘weigerachtig gedrag’ en ‘agressieve houding’ — beschuldigingen die hij ontkent. Niet veel later kreeg hij bericht dat hij het chalet moest verlaten.
“Ze wilden me dakloos maken,” zegt Kevin. “Ik had net mijn baan opgezegd om elders te werken. Toen dreigden ze met de politie. Ik voelde me machteloos.”
Van werkvloer naar rechtszaal
Kevin weigerde te vertrekken en verdedigde zichzelf in de rechtszaal — zonder advocaat. Tot zijn verbazing kreeg hij gelijk. De rechter oordeelde dat Otto Work Force en Labour Housing nauw met elkaar verbonden zijn, en dat werk en wonen niet zomaar aan elkaar gekoppeld mogen worden. Bovendien bleek uit de ingediende foto’s dat van ‘rommel’ in het chalet nauwelijks sprake was.
De uitspraak betekent dat Kevin voorlopig mag blijven wonen in zijn chalet, terwijl de rechtbank onderzoekt hoe ver de rechten van arbeidsmigranten reiken. Volgens juristen is dit een belangrijke stap richting meer huurbescherming voor migranten die via hun werkgever wonen.
Symbolische zaak met grote impact
Volgens Joost van Woelderen van de stichting Bewonersbelangen Arbeidsmigratie is deze uitspraak historisch:
“Veel arbeidsmigranten hebben geen huurrechten, omdat hun woning direct gekoppeld is aan hun werk. Als ze hun baan verliezen, staan ze op straat. Deze zaak laat zien dat dat misschien niet zomaar meer kan.”
In Nederland werken tienduizenden migranten onder vergelijkbare voorwaarden. Vaak durven zij geen klachten te uiten over slechte woonomstandigheden uit angst hun baan en huis tegelijk te verliezen.
Reactie van Otto Work Force
In een schriftelijke reactie stelt Harm van der Hoff namens Otto Work Force dat Kevin zijn woning moest verlaten omdat hij huisregels schond. Otto benadrukt dat Labour Housing een aparte organisatie is, hoewel beide bedrijven op hetzelfde adres gevestigd zijn en personeel delen.
Volgens Otto zijn de wekelijkse inspecties bedoeld “voor het welzijn van de bewoners”.
“We stimuleren wekelijks contact op het park, met oog voor leefbaarheid en veiligheid. De controles zijn uit zorg, niet om mensen te intimideren,” aldus Van der Hoff.
Het bedrijf zegt de wens te begrijpen om wonen en werken beter te scheiden, maar noemt dat “een beleidskwestie” waar ook de overheid bij betrokken moet worden.
Tweede rechtszaak in aantocht
Hoewel Kevin de eerste ronde won, is zijn situatie nog onzeker. Otto Work Force heeft inmiddels een tweede kort geding aangespannen omdat hij de sleutels niet wilde afstaan en achterstallige huur te laat betaalde. Kevin zegt dat hij wacht op duidelijkheid over zijn contract en vreest dat medewerkers zonder toestemming weer binnenkomen als hij de sleutels inlevert.
Over twee weken volgt de uitspraak van deze tweede rechtszaak. Voor Kevin is het meer dan een juridische strijd:
“Het gaat niet alleen om mij. Als ik dit win, kunnen duizenden anderen misschien ook eindelijk normaal wonen en leven.”
