Nederland, augustus 2025 – De Belastingdienst trekt de teugel aan rondom Nederlanders die vastgoed in Dubai verzwijgen. In het kader van het grootschalige ‘Dubai Leaks’-project zet de fiscus in op een strengere aanpak, vooral gericht op de herkomst van het vermogen waarmee het vastgoed is gefinancierd.
Van datalek naar fiscaal onderzoek
In juli 2025 zijn interne documenten blootgelegd via een WOO-verzoek, waarin het project Dubai Leaks centraal staat. Hieruit blijkt dat de belastingdienst al sinds 2021 data analyseert over Nederlanders met onroerend goed in Dubai. De gegevens komen uit een datalek dat informatie onthult over honderden Nederlanders met vastgoed in de Verenigde Arabische Emiraten, een activiteit die lange tijd buiten het zicht van de fiscus bleef.
Het team ‘Verhuld Vermogen’ coördineert het project. Uit de documenten blijkt dat er tussen 2020 en 2021 gegevens zijn gekoppeld aan 1.051 Nederlanders, die gezamenlijk 1.721 vastgoedobjecten in Dubai bezitten met een geschatte waarde van 600 tot 700 miljoen euro. Daarbij neemt de Belastingdienst extra waar in hoeverre de financiering van die objecten overeenstemt met de geregistreerde inkomsten of vermogen van de betrokkenen.
Vrijwillige verbeteringen als zachte start
De Belastingdienst nodigt belastingplichtigen uit om alsnog een ‘vrijwillige verbetering’ aan te leveren via een inkeerregeling. Daarmee kunnen zij verzwegen vermogen rechtzetten met meestal gunstiger fiscale gevolgen. De boodschap is helder: wie zelf stap naar voren zet, kan mogelijke boetes en strenger optreden verzachten.
Verwachte juridische consequenties
Slechte wil of weigering wordt serieus genomen. De fiscus overweegt bij weigeraars sneller over te gaan tot civielrechtelijke dwang of zelfs strafrechtelijke stappen. De eerder genoemde documenten suggereren dat deze dossiers eind 2025 afgerond kunnen zijn — inclusief navorderingsaanslagen en forse vergrijpboetes of vervolging richting FIOD en justitie.
Herkomst boven bezit: cruciale focus
Het belastingverdrag met de VAE bepaalt dat onroerend goed in Dubai belastingplichtig blijft in dat land. De Nederlandse fiscus kan dus niet direct heffen over de waarde van het bezit. Wat wél van belang is: hoe is het vastgoed gefinancierd? Werd het gekocht met niet aangegeven (schenk)inkomsten, herkomst van vermogen of mogelijk ongeoorloofde bronnen? Dat staat centraal in de huidige analyse.
Toenemende internationale transparantie
De jacht op verborgen vermogensstromen wordt gestaag effectiever. Naast datalekken, zoals de Panama Papers en Dubai Leaks, kan de fiscus ook putten uit internationale datadelingsverdragen zoals CRS (Common Reporting Standard) en DAC6/8 EU-regelgeving. Voorts geven financiële instellingen steeds meer informatie door. De Belastingdienst maakt gebruik van al deze middelen en werkt intensief samen met buitenlandse en nationale opsporingsdiensten.
Voor- en nadelen van zelf melden
Voor degenen die correct aangeven beschikken over een tactic: inkomsten worden alsnog aangegeven, maar navorderingsaanslagen kunnen binnen een termijn tot 12 jaar worden opgelegd. De boete blijft meestal lager als via de inkeerregeling wordt gewerkt. Bij strafrechtelijke vervolging daarentegen kunnen boetes en sancties substantieel zijn, afhankelijk van de ernst van verzwegen bedragen.
Grenzen aan bewijs: complex bewijsvraagstuk
De fiscus erkent zelf dat gegevens afkomstig zijn van derden, zonder directe toegang tot originele bronbestanden. Daardoor bestaat het risico van ‘false positives’ — dat fouten of onjuiste data tot ongegronde verdenking leiden. Bij twijfelachtige dossiers blijft de bewijslast vooral bij de Belastingdienst liggen, en in rechtszaken is het nog afwachten hoe rechters daarmee omgaan.
Conclusie: scherp signaal, veeleisende aanpak
Project Dubai Leaks markeert een nieuwe fase in de strijd tegen belastingontwijking: de Belastingdienst geeft duidelijk het signaal af dat verhuld vermogen in het buitenland niet meer ongemoeid blijft. Met een sterkere nadruk op handhaving, internationale gegevensuitwisseling en juridische middelen, groeit de urgentie voor belastingplichtigen om zelf in actie te komen vóór de fiscus dat doet.