De oude moeder van twee meisjes en twee jongens die ernstig mishandeld zijn in een Vlaardings pleeggezin, heeft openlijk haar teleurstelling geuit over het vonnis van de strafrechter. De pleegouders kregen acht jaar gevangenisstraf, zonder verplichte tbs met dwangverpleging. Volgens de moeder betekent dit dat de verdachten mogelijk na zes jaar weer vrij kunnen zijn — terwijl één van haar kinderen dan nog minderjarig is. Voor haar voelt het vonnis als onvoldoende recht doen aan het enorme leed dat haar kinderen is aangedaan.
Meerdere pleegkinderen mishandeld
De zaak draait om een ernstig mishandeld 10-jarig meisje dat sinds maart 2022 in het pleeggezin verbleef. Het meisje werd in mei 2024 zwaargewond opgenomen in het ziekenhuis met ernstig hersenletsel, tientallen botbreuken en een extreem laag lichaamsgewicht van slechts 19 kilo. De rechtbank sprak van ontmenselijking en marteling binnen het gezin. Naast het meisje werd ook haar jongere zusje en twee Syrische jongens slachtoffer van mishandeling, vernedering en ontzegging van fundamentele levensbehoeften.
Uit verslagen bleek dat het meisje werd vastgebonden, letterlijk opgesloten in een zelfgemaakte kooi, nauwelijks te eten of drinken kreeg en geen vrij toegang had tot het toilet. De rechtbank concludeerde dat zij in plaats van een veilige thuissituatie, werd blootgesteld aan een leven in permanente ontwrichting.

Straf zonder tbs stuit op verzet
De moeder van het zwaar mishandelde pleegkind en haar advocaat maakten duidelijk dat de uitspraak ingegeven werd door juridische kaders — maar dat de emotionele lading en de ervaringen van de kinderen hierdoor zwaar worden ondergesneeuwd. De rechtbank oordeelde dat tbs met dwangverpleging niet passend was omdat de pleegouders waarschijnlijk niet opnieuw een pleegkind zouden krijgen. Na de straf zullen de verdachten in een langdurig toezichtstraject geplaatst worden.
Volgens de moeder en de belangenbehartigers is dat onvoldoende. Zij wijzen erop dat de kinderen nog jarenlang zullen leven met de gevolgen: lichamelijk, psychisch en sociaal. Een van de slachtoffers functioneert inmiddels op het niveau van een peuter.
Zorgsysteem onder de loep
Wat de biologische moeder extra raakt, is het ontbreken van aansprakelijkheid bij de betrokken jeugdzorginstantie en zorgverleners. Deze hadden volgens haar signalen gekregen dat de situatie mis was, maar grepen niet in. In eerder verschenen rapporten is vastgesteld dat er sprake was van “onvoldoende professionele afstand” van een zorgverlener tot de pleegouders. Desondanks besloot het Openbaar Ministerie deze partijen niet te vervolgen wegens gebrek aan strafrechtelijke feiten.
Voor de moeder en haar advocaat-uitvoerder betekent dit dat er veel meer nodig is dan alleen straf voor de pleegouders. Volgens hen moet het hele systeem, inclusief toezichthouders en hulpverleners, stevig onder de loep worden genomen om herhaling te voorkomen.

Slachtoffers blijven getroffen
Nadat het meisje werd opgenomen in het ziekenhuis, werd duidelijk dat ze nooit meer volledig zal herstellen. Naast haar lichamelijke letsel is ook haar geestelijke ontwikkeling ernstig aangetast. De andere pleegkinderen kampen eveneens met trauma’s en het gevoel dat zij onvoldoende bescherming kregen. De moeder zegt dat zij voortdurend de signalen heeft afgegeven, maar dat deze steevast zijn genegeerd.
Voor haar voelt dit moment als een dieptepunt, maar ook als het begin van een lang traject. “Er moet veel meer gebeuren dan dit vonnis alleen”, zo zei zij. “Mijn kinderen verdienen niks minder dan een systeem dat hen écht beschermt.”
Het vonnis vormde gisteren het sluitstuk van een rechtszaak die aanzienlijke maatschappelijke aandacht kreeg vanwege de zwaarte van de feiten en de vermoedens van institutioneel falen. Voor de betrokken gezinnen blijft het proces intussen allesbehalve klaar.













