In een sector die al worstelt met overaanbod en dalende prijzen, staat boer Dirk onder enorme druk. Hij dreigt maar liefst 190.000 kilo aardappelen te moeten vernietigen, een hoeveelheid die hij simpelweg niet meer kwijt kan. Deze situatie onderstreept een publiek geheim: de Nederlandse aardappelmarkt loopt vast, en boeren betalen miljoenen euro’s aan verspilling.
Aardappelen overspoeld door eigen succes
Voor Dirk, actief in een regio met grote akkerbouwproductie, begon het voorjaar hoopvol. De oogst was goed, de aardappelen van hoge kwaliteit, en alles leek soepel te verlopen. Toch liep dat anders. Wat overbleef, waren enorme voorraden van kleine aardappelen die niet geschikt zijn voor verwerking of export – maar wel prima consumptiegewassen. En juist die markt stagneerde. Klanten blijven uit: supermarkten kopen minder, export is lastig, en fabrieken zitten vaker vol.
Tijd dringt: opslagkosten en waardeverlies
Aardappelen zijn bederfelijk. Binnen enkele weken neemt hun kwaliteit af, hun bewaarkosten stijgen en de druk om ze te verkopen groeit met de dag. Voor Dirk betekent dit dat hij duizenden euro’s per dag aan opslagkosten maakt. Tegelijk daalt de prijs; wat eerst nog euro’s per kilo opleverde, moet nu bijna gratis weg. En in misère gevallen moet hij ze vernietigen. Die realiteit drukt zwaar: 190.000 kilo vernietigen betekent niet alleen economische schade, maar ook ethisch schreeuwende verspilling.
No Waste Army luidt de noodklok
Het voedselcollectief No Waste Army waarschuwt al langer dat enorme hoeveelheden aardappelen in heel Nederland dreigen te worden weggegooid. Wat bij Dirk gebeurt is geen incident, maar een symptoom van een systeem dat onknapbaar lijkt. Volgens het collectief zou grootschalige samenwerking tussen telers, afnemers en overheid kunnen voorkomen dat dergelijke hoeveelheden onnodig vernietigd worden.
Van discussie naar daden: structurele oplossingen nodig
De situatie roept urgente vragen op: waarom blijft dit overschot bestaan? Is het gebrek aan afzet, inefficiënte distributielijnen, te strikte eisen van supermarkten of exportbarrières? Experts pleiten voor meer lokaal vermarkten, nieuwe afzetkanalen zoals voedselbanken of horeca, en flexibeler beleid dat piekproductie opvangt.
Sommigen pleiten ook voor opschaling van initiatieven zoals gemeenschappelijke bewaarbunkers, beter afgestemde oogstplannen, of last-minute veilingplatforms. Anderzijds zegt industrievoorlichter Dirk, “we zijn niet tegen klimaatadaptatie of verduurzaming, maar de huidige regels werken niet in het seizoen dat je overschot hebt.”
De menselijke kant: een gedreven boer in de knel
Achter elke kilo aardappel zit een mens, een familiebedrijf en vaak generaties aan traditie. Dirk is geen anonieme akkerbouwer: hij is verliefd op zijn gewas, op bodem en seizoen. Het lot dat zo veel perfect eetbare aardappelen vernietigd dreigen te worden, raakt persoonlijk en belicht het systeemprobleem. “Die aardappelen zijn niet waardeloos,” zegt hij. “Ze zijn goed, van mijn land, en weggeven aan mensen in plaats van vernietigen zou zinvoller zijn.”
Actie vereist: wat kan er gebeuren?
Regionaal afvoerplatform: een centraal online platform waar overschotten gemakkelijk aangeboden kunnen worden aan lokale ondernemers, horeca en voedselbanken.
Tijdelijke exportsubsidies: overheden kunnen bijdragen aan lagere transportkosten om overschotten tijdelijk verkrijgbaar te maken in landen met tekort.
Prijsflexibele contracten: afnemers zoals fritesfabrieken of aardappelverwerkers zouden meer dynamisch kunnen inkopen, met ruimte voor overschotten.
Samenwerking met voedselbanken: direct contact van agrariërs met maatschappelijke organisaties voorkomt dat producten ongebruikt blijven liggen.
Wat staat op het spel?
Als het overschot van aardappelen zoals bij Dirk niet structureel wordt aangepakt, groeit de verspilling ongecontroleerd en stijgen de kosten voor boeren. De milieu-impact van vernietigde voedselmiddelen is hoog: CO₂-uitstoot, verspild water, voedselverlies. Daarnaast verzwakt het boerenmoraal en het vertrouwen in marktmechanismen.
Slotgedachte
Dirk staat aan de vooravond van een ramp: 190.000 kilo aardappelen die gunstig waren om te eten dreigen verloren te gaan. Hij is niet de enige, en het is geen glamoureuze crisis, maar het is er één die vraagt om snelle oplossing en duurzame hervorming.
In plaats van vernietiging kan kennisdeling, digitale markten en lokale samenwerking er voor zorgen dat deze enorme overschotten alsnog gebruikt kunnen worden. Want aardappelen die eten kunnen zijn – verdienen een bestemming, niet een vuilnisbelt.