DEN HAAG – Het kabinetsdoel om jaarlijks 100.000 nieuwe woningen bij te bouwen, staat opnieuw zwaar onder druk. De woningbouw kampt al met stijgende kosten, personeelstekorten en trage vergunningverlening, maar nu dreigt ook de aanpassing van de hypotheekrenteaftrek de woningmarkt verder te ontwrichten.
Hypotheekrenteaftrek drukt koopkracht kopers
Door de ingreep in de hypotheekrenteaftrek kunnen huizenkopers straks minder geld lenen. Vooral starters en gezinnen met een middeninkomen merken dit direct in hun portemonnee. Waar de hypotheekrenteaftrek jarenlang diende als stimulans voor de woningmarkt, kan de beperking ervan juist een remmend effect hebben op de vraag naar nieuwbouwwoningen.
Een woordvoerder van een landelijke branchevereniging waarschuwt: “Als de leencapaciteit van consumenten afneemt, worden nieuwbouwprojecten minder snel verkocht. Dat betekent dat ontwikkelaars vaker besluiten projecten uit te stellen of zelfs helemaal te schrappen. Daarmee komen de nationale bouwambities verder in gevaar.”
Effect op nieuwbouwprojecten
Nieuwbouw is sterk afhankelijk van een gezonde vraag. Banken en projectontwikkelaars willen pas investeren wanneer er voldoende kopers zijn. Met een lagere leencapaciteit valt een groot deel van de potentiële doelgroep weg, waardoor projecten financieel niet meer rond te rekenen zijn.
Volgens insiders zijn er inmiddels al meerdere bouwplannen op losse schroeven komen te staan. Vooral in regio’s waar de bouwkosten hoog zijn, zoals de Randstad, dreigen de plannen financieel onhaalbaar te worden.
Extra druk op bestaande woningvoorraad
Als nieuwbouw achterblijft, neemt de druk op de bestaande woningmarkt alleen maar verder toe. Starters en gezinnen moeten het dan opnemen tegen beleggers en doorstromers, wat de concurrentie vergroot en prijzen verder opdrijft.
“Het is een vicieuze cirkel,” stelt een woningmarktexpert. “Minder nieuwbouw betekent meer druk op bestaande woningen, waardoor die nóg duurder worden. Daarmee worden starters dubbel geraakt: ze kunnen minder lenen én zien de prijzen verder oplopen.”
Politieke ambitie onder vuur
Het huidige kabinet heeft de bouw van 100.000 woningen per jaar als speerpunt benoemd. Dit aantal moet het nijpende tekort aan betaalbare woningen verlichten. Volgens berekeningen zijn er in totaal ruim 900.000 woningen nodig tot 2030 om aan de vraag te voldoen.
Met de huidige omstandigheden lijkt dat doel echter steeds moeilijker haalbaar. Naast de hypotheekrenteaftrek spelen ook andere factoren een rol, zoals stijgende rente, duurdere bouwmaterialen, stikstofbeperkingen en lange procedures bij gemeenten.
Oproep tot actie
Brancheorganisaties, makelaars en bouwbedrijven roepen de politiek op om snel aanvullende maatregelen te nemen. Genoemde oplossingen zijn onder meer:
versnelling van vergunningstrajecten en vermindering van bureaucratie,
fiscale stimulansen of subsidies voor starters,
het beschikbaar stellen van meer bouwgrond,
investeringen in betaalbare huurwoningen om de druk op koopwoningen te verlagen.
Onzekerheid bij kopers en bouwers
De onzekerheid onder huizenkopers en ontwikkelaars groeit. Terwijl veel gezinnen wachten op duidelijkheid over hun financieringsmogelijkheden, twijfelen bouwbedrijven of projecten nog wel levensvatbaar zijn.
Een projectontwikkelaar vat de zorgen samen: “We willen bouwen, de vraag is er ook, maar het financiële plaatje moet kloppen. Als dat wegvalt, kunnen wij niet leveren. Dan blijven de ambities van 100.000 woningen per jaar niet meer dan een papieren belofte.”