’S-HERTOGENBOSCH ─ Een 32-jarige dakdekker uit Den Bosch is veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf omdat hij een zwaar illegaal explosief heeft gegooid naar het huis van een collega. De rechtbank acht bewezen dat de daad deel uitmaakt van een grotere reeks intimidatie en geweld in de zogenaamde “dakdekkersoorlog” in de regio.
Wat speelde er
De man, bekend onder de naam Michael V., werd verdacht van het in de richting van het huis van een collega laten ontploffen van een zogenaamde “Cobra”—een krachtig vuurwerk dat als illegaal wordt gezien. De gebeurtenis vond plaats in oktober 2024, in de Bossche wijk Wibauthof. Ramen van woningen sneuvelden, en bewoners ervoeren flinke schrik. Hoewel er bij die specifieke explosie niemand ernstig gewond raakte, werd de emotionele en materiële schade groot geacht.
Breder patroon van intimidatie
Het incident maakt deel uit van een langer aanhoudend conflict tussen dakdekkers in Den Bosch, waarbij aantoonbaar sprake is van bedreigingen, brandstichtingen, explosies, sabotage van voertuigen en andere vormen van dwang. In de loop van ongeveer zeven maanden registreerde politie en justitie zeker 25 comparable aanslagen. De onderzoeken wijzen naar concurrentie, onvrede over klantenwerving en zakelijke conflicten als achterliggende oorzaak voor het geweld.
Bewijsvoering en verdediging
Bij het onderzoek werden bewijzen verzameld waaronder getuigenverklaringen—een voorbijganger zou Michael V. herkend hebben bij de explosie. Ook zijn er gevonden dreigberichten tussen de verdachte en de collega-dakdekker op de telefoon van Michael V.
Michael V. heeft de beschuldigingen altijd ontkend. Hij ontkent betrokkenheid bij de explosie met de Cobra en stelt dat er onvoldoende hard bewijs is.
Voorlopige hechtenis en zitting
Eind januari werd Michael V. aangehouden. De verdenking richtte zich niet alleen op het gooien van de explosief, maar ook op het in (levens)gevaar brengen van omwonenden en op mogelijk medeplichtigheid met andere incidenten binnen het conflict.
De rechtbank besloot dat hij in voorlopige hechtenis zou blijven, mede vanwege het risico van herhaling en de aard van de beschuldigingen. De zaak werd inhoudelijk behandeld, waarbij meerdere getuigen zijn gehoord. Op basis daarvan kwam de veroordeling tot stand.
De uitspraak
De strafmaat is twee jaar gevangenisstraf. Naast de gevangenisstraf kreeg de dakdekker ook een gebiedsverbod opgelegd voor bepaalde zones gedurende de duur van het vonnis. De rechtbank verdiepte zich in de ernst van de gepleegde strafbare feiten, de mogelijke gevolgen voor slachtoffers en omwonenden, en de maatschappelijke noodzaak om dit soort uitwassen krachtig te bestraffen.
Reacties en context
Binnen de dakdekkersbranche in Den Bosch is de uitspraak met gemengde gevoelens ontvangen. Slachtoffers van eerdere explosies en intimidatie zien het vonnis als een duidelijk signaal dat justitie niet langer bereid is weg te kijken. Anderen wijzen erop dat het conflict diep geworteld is in zakelijke rivaliteit, waarbij werkwijzen, klanten en reputatie steeds meer belangrijke factoren zijn.
De rechter benadrukte in haar oordeel dat deze zaak niet op zichzelf staat, maar onderdeel is van een patroon van grootschalig geweld en intimidatie onder vakgenoten. Het openlijk gebruik van explosieven in woonwijken vormt volgens de rechtbank een ernstige bedreiging voor de rechtsorde en veiligheid in de gemeenschap.
Mogelijke gevolgen en vervolg
De veroordeling van Michael V. kan een precedent worden voor andere zaken in de dakdekkersoorlog. Zeker nu de rechtbank heeft gekozen voor een forse straf, hopen burgers, collega-dakdekkers en politiek dat dit soort incidenten afnemen. Politie en OM zullen zich mogelijk intensiever richten op preventie, het in kaart brengen van netwerken die betrokken zijn bij intimidatie, en op het beperken van toevoer van illegaal vuurwerk.
Tevens wordt verwacht dat de uitspraak impact zal hebben op onroerende zaken zoals vergunningen, toezicht op bouw- en dakdekkersbedrijven, en controle op zakelijke legitimiteit—omdat veel van de conflicten lijken voort te komen uit concurrentiepraktijken.