Het wordt voor automobilisten in Nederland steeds aantrekkelijker om hun brandstof in België te tanken, en dat voordeel wordt naar verwachting volgend jaar alleen maar groter. Door uiteenlopende belastingmaatregelen in Nederland en lage brandstofprijzen in België ontstaat een situatie waarin tanken over de grens een aanzienlijk financieel verschil kan maken — tot grote frustratie van sommige Belgische grensgemeenten.
De Nederlandse overheid verlengt de tijdelijke accijnsverlaging op benzine, diesel en LPG ook in 2026, waardoor de pompprijzen niet meteen drastisch omhoogschieten bij het ingaan van het nieuwe jaar. Deze verlenging zorgt ervoor dat automobilisten in Nederland aantoonbaar minder belasting betalen dan ze anders zouden doen, en dat verschil blijft relevant nu naburige landen hun tarieven niet op dezelfde manier aanpassen.
Toch zijn er wel degelijk aanpassingen in de accijnzen: een deel van de korting op de brandstofaccijns wordt in Nederland kleiner gemaakt doordat een fractie van de korting wordt omgeleid om bezuinigingen in het openbaar vervoer tegen te gaan. Daardoor zullen benzine en diesel vanaf januari 2026 toch duurder uitvallen dan de huidige tarieven, met zo’n 5,5 cent meer per liter benzine en extra accijns op diesel en LPG.
Het prijsverschil met België blijft echter aanzienlijk groot. Belgische brandstofprijzen zijn structureel lager doordat het land een andere belastingsamenstelling kent en de accijnzen lager liggen dan in Nederland. Dit maakt tanken in België voor veel Nederlandse automobilisten een financieel aantrekkelijke optie, ondanks dat ook daar prijzen kunnen stijgen door lokale en nationale maatregelen. Zelfs met geplande accijnsverhogingen en andere belastingwijzigingen (zoals lokale taksen op brandstofslangen in sommige Belgische gemeenten) blijft het voordelig voor Nederlanders om over de grens te tanken.
Het belang van de accijnsverschillen wordt extra duidelijk wanneer je kijkt naar recente regionale ontwikkelingen. In sommige Belgische steden aan de grens, zoals Zelzate en Gent, groeit de irritatie over de toestroom van Nederlandse tanktoeristen die profiteren van de lagere brandstofprijzen. Lokale besturen hebben daarom maatregelen aangekondigd zoals belastingen op brandstofslangen om extra inkomsten te genereren en mogelijk het locale verkeer te reguleren. Hoewel deze belasting uiteindelijk deels bij pomphouders terechtkomt, zullen de kosten waarschijnlijk worden doorberekend in de prijzen voor de consument.
Tegelijkertijd wijzen andere berichten erop dat niet alle grenspompen deze extra kosten doorberekenen. Sommige ondernemers hebben besloten de prijzen laag te houden ondanks extra lokale heffingen, om zo concurrerend te blijven en het voordeel van goedkope brandstof voor bezoekers te behouden. Dit betekent dat de grens voor Nederlanders nog steeds lonend kan blijven om te tanken, zelfs als lokale lasten toenemen.
Voor automobilisten in Nederland ligt de situatie complex: de tijdelijke accijnsverlaging die sinds 2022 van kracht is geweest om de stijgende brandstofprijzen te dempen is verlengd tot ten minste eind 2026, maar de exacte samenstelling van die verlaging verandert. De volledige korting blijft bestaan, maar een deel ervan wordt aangepast waardoor de accijns per liter iets hoger uitvalt dan in 2025. Dit vertaalt zich in een iets hoger bedrag dat aan de pomp moet worden betaald, ook al blijft de verlaging in grote lijnen intact.
Het Internationale Energie Agentschap (IEA) heeft daarnaast eerder aangegeven dat de olieprijs wereldwijd kan dalen, maar dat dit niet noodzakelijkerwijs leidt tot lagere prijzen aan de pomp voor consumenten. Dat komt omdat de uiteindelijke prijs die automobilisten betalen niet alleen afhankelijk is van de grondstofkosten, maar vooral van de accijnzen en belastingen die over de brandstof worden geheven. Terwijl landen als Nederland relatief hoge accijnzen hanteren, profiteren buurlanden als België van structureel lagere heffingen, waardoor de netto prijsverschillen groot blijven.
Voor Nederlandse autobezitters die dagelijks tanken, kan dit betekenen dat strategisch tanken aan de grens een structurele manier wordt om brandstofkosten te drukken. De combinatie van lagere Belgische tarieven en het behoud van accijnskortingen in Nederland zorgt ervoor dat het financiële voordeel van tanken in België in 2026 waarschijnlijk groter blijft dan nu het geval is. Bovendien lijkt het erop dat Nederland in het komende jaar een relatief hogere accijnsdruk zal behouden ten opzichte van buurlanden, wat de aantrekkingskracht van tanken over de grens verder vergroot.
Lokale overheden en belangenorganisaties reageren verschillend op deze ontwikkelingen. Waar sommige Belgische gemeenten maatregelen nemen om de druk van Nederlandse tanktoeristen te verlichten, benadrukken economische analyses dat de lagere prijzen ook een stimulans vormen voor lokale tankstations en omzet genereren. Het spanningsveld tussen consumentenvoordeel en lokale drukte blijft daarmee een prikkelende kwestie op de agenda van grensregio’s.
Terwijl de brandstofmarkt in 2026 verder vorm krijgt en de precieze uitkomsten van accijnsmaatregelen en internationale olieprijsontwikkelingen zich zullen manifesteren, blijft het onderwerp van goedkope brandstof aan de Belgische grens een belangrijk onderwerp voor automobilisten en beleidsmakers aan beide zijden van de grens.
