Drie medewerkers van een jeugdzorginstelling in de regio Rotterdam worden verdacht van ernstig seksueel misbruik van minderjarige cliënten. Het Openbaar Ministerie heeft bevestigd dat het gaat om zeer vergaande seksuele handelingen die zich over een langere periode zouden hebben voorgedaan. De zaak heeft grote impact op de betrokken jongeren, hun families en de jeugdzorgsector, waar met afschuw en ongeloof wordt gereageerd.
Het onderzoek kwam aan het rollen nadat signalen waren binnengekomen over mogelijk grensoverschrijdend gedrag binnen de instelling. Naar aanleiding daarvan startte de politie een uitgebreid strafrechtelijk onderzoek. Dat leidde uiteindelijk tot de aanhouding van drie medewerkers, die op verschillende momenten werkzaam waren binnen dezelfde jeugdzorgorganisatie. Zij worden ervan verdacht misbruik te hebben gemaakt van hun positie en het vertrouwen van kwetsbare minderjarigen ernstig te hebben geschonden.
Volgens het Openbaar Ministerie gaat het om meerdere slachtoffers. De minderjarigen verbleven in de instelling of stonden onder begeleiding van de verdachten. De verdenkingen hebben betrekking op seksueel misbruik dat volgens justitie niet incidenteel was, maar structureel en in sommige gevallen extreem ernstig van aard. Vanwege de gevoeligheid van de zaak en de bescherming van de slachtoffers worden geen verdere details gedeeld over de exacte aard van de handelingen.

De jeugdzorginstelling waar de verdachten werkzaam waren, heeft laten weten volledig mee te werken aan het onderzoek. In een verklaring spreekt de organisatie van een “diep schokkende situatie” en benadrukt zij dat de veiligheid van jongeren altijd voorop hoort te staan. Zodra de signalen bekend werden, zijn interne maatregelen genomen en is melding gedaan bij de bevoegde instanties. De betrokken medewerkers zijn direct op non-actief gesteld en hebben geen contact meer met cliënten.
Binnen de instelling is crisisopvang geregeld voor jongeren die mogelijk zijn geraakt door de gebeurtenissen. Ook is extra ondersteuning ingezet in de vorm van vertrouwenspersonen en professionele hulpverlening. Slachtofferhulp Nederland is betrokken om de minderjarigen en hun families bij te staan. Volgens betrokkenen is de emotionele impact groot, mede omdat jongeren in de jeugdzorg vaak al te maken hebben met een kwetsbare achtergrond.
Het Openbaar Ministerie onderzoekt niet alleen de strafbare feiten, maar kijkt ook naar mogelijke tekortkomingen in toezicht en interne controles. Daarbij wordt onderzocht of signalen eerder zijn gemist of onvoldoende zijn opgepakt. Hoewel er op dit moment geen aanwijzingen zijn dat het management wist van het misbruik, wordt de gang van zaken binnen de instelling kritisch tegen het licht gehouden.

De zaak heeft ook politieke en maatschappelijke reacties losgemaakt. Bestuurders en belangenorganisaties in de jeugdzorg spreken van een nachtmerrie voor de sector. Zij benadrukken dat misbruik binnen de zorg een van de ernstigste vormen van vertrouwensbreuk is. Tegelijkertijd wordt gewezen op het belang van goede screening van personeel, voortdurende scholing en een cultuur waarin medewerkers en cliënten zich veilig voelen om misstanden te melden.
In de regio Rotterdam wordt met grote verslagenheid gereageerd. Ouders van jongeren die in de instelling verbleven of verblijven, maken zich zorgen en vragen zich af hoe dit heeft kunnen gebeuren. De jeugdzorginstelling heeft aangekondigd in gesprek te gaan met ouders en verzorgers om vragen te beantwoorden en duidelijkheid te bieden over de genomen maatregelen.
De drie verdachten zitten vast en worden verhoord. Het Openbaar Ministerie heeft laten weten dat het onderzoek nog loopt en dat meer aanhoudingen niet worden uitgesloten als daar aanleiding toe is. Wanneer de zaak inhoudelijk voor de rechter komt, is nog niet bekend. Tot die tijd blijven de verdachten vastzitten of onder strikte voorwaarden beschikbaar voor justitie.
Voor de betrokken jongeren staat nu vooral herstel en bescherming centraal. De komende periode zal duidelijk moeten worden hoe groot de omvang van de zaak is en welke lessen hieruit getrokken moeten worden om herhaling in de toekomst te voorkomen.












