DEN HAAG – Het demissionaire kabinet wil het boerkaverbod uitbreiden naar vrijwel alle openbare ruimtes. Daarmee wordt gehoor gegeven aan een nadrukkelijke wens van een Kamermeerderheid om een duidelijk maatschappelijk signaal af te geven over gezichtsbedekkende kleding. “Het doel van de wet is niet bestraffend, maar normstellend,” schrijft demissionair minister Frank Rijkaart (BBB) in stukken die De Telegraaf heeft ingezien.
Sinds 1 augustus 2019 geldt in Nederland een gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding. Boerka’s, nikabs en andere kledingstukken die het gezicht volledig bedekken, zijn sindsdien verboden in het openbaar vervoer, het onderwijs, de zorg en overheidsgebouwen. Het verbod werd destijds ingevoerd om open communicatie, veiligheid en herkenbaarheid te bevorderen in de publieke sector.
Nu wil het kabinet onderzoeken hoe de maatregel kan worden uitgebreid naar alle openbare plekken, zoals winkelstraten, parken, musea, stations en andere publieke gebouwen. Dat onderzoek moet uitwijzen of een algeheel verbod juridisch houdbaar is binnen de kaders van de Grondwet en internationale mensenrechtenverdragen.
Vergelijking met Frankrijk en Denemarken
Volgens bronnen rond het kabinet kijkt het ministerie van Justitie en Veiligheid nadrukkelijk naar voorbeelden in landen als Frankrijk en Denemarken, waar een volledig boerkaverbod al jaren geldt. In Frankrijk is gezichtsbedekkende kleding sinds 2010 verboden in de hele openbare ruimte, terwijl Denemarken in 2018 een vergelijkbare wet invoerde.
Nederland kende tot nu toe een beperktere variant, mede om juridische complicaties te voorkomen. Maar de politieke druk om verder te gaan is de afgelopen maanden sterk toegenomen.

Politieke druk vanuit de Kamer
Een maand geleden werd in de Tweede Kamer een motie aangenomen van VVD-leider Dilan Yesilgöz, gesteund door BBB en JA21, waarin werd opgeroepen het boerkaverbod uit te breiden. De motie kreeg steun van een ruime meerderheid.
Volgens deze partijen is het dragen van een boerka of nikab “in strijd met de principes van open communicatie en gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen”. Ze wijzen erop dat gezichtsbedekkende kleding integratie in de weg zou staan en het gevoel van sociale veiligheid aantast.
Het kabinet schrijft zich te kunnen vinden in die redenering. Rijkaart benadrukt dat de uitbreiding niet bedoeld is om mensen te bestraffen, maar om “een maatschappelijke norm te bevestigen die hoort bij een open samenleving waarin mensen elkaar kunnen zien en aanspreken.”
Onderzoek: geen boetes, wel effect
Uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut, dat het kabinet eerder dit jaar liet uitvoeren, blijkt dat het huidige verbod in de praktijk nauwelijks wordt gehandhaafd. Tussen 2019 en 2024 is er geen enkele boete of proces-verbaal uitgedeeld.
Dat heeft volgens het onderzoek twee oorzaken: de kleine groep betrokkenen – geschat op honderd tot vierhonderd vrouwen die in Nederland een boerka of nikab dragen – en de terughoudendheid bij handhavers. Veel medewerkers in het openbaar vervoer, de zorg of het onderwijs weten niet precies wie verantwoordelijk is voor de handhaving of vermijden confrontaties.
Toch heeft de wet volgens de onderzoekers wél invloed gehad. In veel instellingen wordt de regel gezien als steun in de rug. “De wet schept duidelijkheid over wat wenselijk gedrag is in de publieke ruimte,” schrijven zij. Daardoor voelen professionals zich gesteund om mensen aan te spreken op gezichtsbedekkende kleding.
Signaalfunctie belangrijker dan straf
Het kabinet erkent dat de huidige wet in de praktijk vooral symbolisch is, maar vindt dat niet problematisch. Minister Rijkaart stelt dat het juist de bedoeling is om een maatschappelijke norm te bevestigen.
“Het doel is niet om vrouwen met een boerka te beboeten, maar om te laten zien wat in onze samenleving gebruikelijk en wenselijk wordt gevonden,” aldus de minister.
Ook staatssecretaris Jurgen Nobel (Integratie, VVD) sluit zich daarbij aan. Volgens hem is open communicatie “een voorwaarde voor een veilige en vrije samenleving”. Nobel benadrukt dat burgers elkaar moeten kunnen aankijken in de publieke ruimte en dat gezichtsbedekking dat belemmert.
Juridische hobbels
Een volledig verbod ligt juridisch gevoelig. Zowel het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) als de Nederlandse Grondwet beschermt de vrijheid van godsdienst en meningsuiting. Eerdere pogingen tot een totaalverbod strandden mede vanwege die grondrechten.
Het kabinet wil daarom eerst juridisch laten toetsen of een uitbreiding mogelijk is “zonder strijd met internationale verplichtingen”. Daarbij wordt gekeken naar hoe landen als Frankrijk hun verbod juridisch hebben vormgegeven en welke rechtspraak daarover is geweest bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Timing onzeker
Het is onzeker of het demissionaire kabinet het boerkaverbod nog in deze periode kan uitbreiden. De demissionaire status beperkt de ruimte om nieuw beleid te voeren, maar Rijkaart stelt dat het kabinet “de voorbereidingen kan treffen” zodat een volgend kabinet snel kan besluiten.
Tegenstanders van de uitbreiding, waaronder Denk en Bij1, noemen het plan symboolpolitiek. Zij wijzen erop dat het aantal vrouwen dat een boerka draagt klein is, en dat de maatregel vooral stigmatiserend werkt.
Voorstanders, zoals VVD, BBB en JA21, vinden juist dat de wet de waarden van openheid en gelijkheid bevestigt. “Wie hier woont, hoort elkaar in het gezicht te kunnen aankijken,” aldus een VVD-woordvoerder.
Of het voorstel daadwerkelijk wet wordt, zal afhangen van de politieke verhoudingen na de verkiezingen. Voorlopig lijkt de symboliek van het verbod belangrijker dan de handhaving ervan.













