In het centrum van Den Bosch staat al jaren in de decembermaand een vertrouwd beeld: een rij kerstbomen uit Martin Schuurmans’ oprit of parkeerplaats, klanten die komen kiezen, kinderen die helpen sjouwen, sfeer en warmte. Kijkend naar de historische foto’s is het bijna kerst-icoon te noemen. Maar dit jaar valt het doek voor de 62-jarige hovenier — hij mag geen kerstbomenverkoop meer houden. De gemeente verleent geen vergunning vanwege een klacht van de buren en zegt dat de verkoop “mogelijke overlast” vormt. Voor Martin komt dit hard aan.
Decennialange traditie onder druk
Martin begon ruim dertig jaar geleden met het verkopen van kerstbomen vanuit zijn huis in Den Bosch, in een periode dat die bijverdienste hem hielp in het rustige decemberwerk als hovenier. “Het zachte sjouwen in de decemberlucht, mijn kinderen die met bolderkarren de bomen rondbrachten — het was niet alleen werk, het was passie en traditie”, vertelt hij met zichtbaar emotie. Aanvankelijk kwam de verkoop vanaf zijn oprit, later verhuisde de locatie naar een parkeerplaats bij een supermarkt in zijn wijk om beter toegankelijk te zijn voor klanten. Daar kwamen jaar na jaar vaste klanten uit de hele stad.
Volgens Martin gaat het hem niet primair om het geld. “De mensen uit de buurt komen langs, praten even, zoeken hun boom uit — dat hoort bij kerst. Voor mij is dat sociale gebeuren minstens zo belangrijk.” Maar deze editie ziet hij zich gedwongen te stoppen: hij kreeg geen vergunning van de gemeente wegens een burenklacht en gaf aan dit jaar door personeelstekort zijn reguliere verkoop niet op te kunnen zetten.
Gemeente en buren spreken van mogelijke overlast
De gemeente redeneert anders. Ambtenaren gaven aan dat de verkoop vanuit de woonomgeving tot “mogelijk onveilige situaties” en “overlast” kan leiden — bijvoorbeeld omdat veel verkeer en parkeerdruk ontstaan en het verkoopterrein open is zonder duidelijke afscheiding of toezicht. Ondanks de decennialange praktijk erkent de gemeente dat de locatie als commerciële activiteit vanuit een woonwijk wordt gezien, en dat hiervoor vergunningen vereist zijn. Burenveldvoerders voerden aan dat hun klachten al jaren sluimerden en dat “de verkoop te groot was geworden in een residentiële straat.” Er is volgens de gemeente ook gekeken naar alternatieven, maar werd geconcludeerd dat de huidige formulering van de aanvraag niet voldoende kleinschalig was.
Personeelstekort en gezondheidsproblemen spelen mee
Naast de vergunningkwestie ligt er voor Martin ook een andere uitdaging: al vier jaar kampte hij met ernstige ziekte waardoor het fysieke werk — bomen in- en uitladen, verpakken, beveiliging van de locatie, laden van containers bij vernieling of diefstal — hem te zwaar werd. “Ik wilde niet zomaar stoppen, maar ik kon het eenvoudig niet meer op de manier doen zoals vroeger”, zegt hij. Dit jaar leidde de combinatie van gezondheid, personeelstekort en bureaucratische verplichtingen ertoe dat de verkoper niet meer door kon gaan.
Wat betekent dit voor de buurt en klanten?
Voor vaste klanten is het afscheid van Martin’s kerstbomenverkoop een emotionele gebeurtenis. Velen herinneren zich de jarenlange traditie: de auto’s die ’s avonds kwamen, de kinderen die de kerstboom versierden, de koffie of glühwein bij de verkoper. Er was iets liefs en gemeenschapsvormends aan. Buurtbewoners laten weten dat het wijkgevoel hierdoor een stukje verloren kan gaan. Tegelijkertijd geven anderen aan blij te zijn dat de gemeente handhaaft en dat overlast verminderd kan worden. Het laat zien hoe kleine ondernemers, tradities en woon-omgevingen soms op gespannen voet staan.
De bredere kwestie: vergunningen en kleinhandel in woonwijken
De situatie van Martin is geen alleenstaand geval. In meerdere Nederlandse steden staan kleinschalige verplaatsbare handelsactiviteiten in woonwijken onder druk door strengere regels, vergunningenbeleid en buurtversterking. Zo zijn verkopen van straatkerstbomen, marktkramen of tijdelijke verkoopplekken al vaker onderwerp van discussie over schaal, vestigingsregels en vergunningplicht. Wat ooit begon als buurt- of familietraditie, loopt soms tegen moderne regels en handhaving aan. De wet- en regelgeving kent inmiddels zwaardere eisen voor bijvoorbeeld parkeerdruk, veiligheid, milieu en maatschappelijke impact.
Martin kijkt vooruit met andere plannen
Ondanks het teleurstellende besluit is Martin niet volledig stilgezet. Hij laat weten dat hij persoonlijk last jaar al terugliep in omvang en dit jaar kijkt naar andere manieren om bij te dragen aan de kerststemming: “Misschien iets kleinschaligs, in samenspraak met een lokale kerstmarkt of gemeente”, aldus zijn intentie. Voor dit jaar echter is het doek gevallen: geen kerstbomenverkoop, geen vaste klanten, geen kersttraditie zoals hij die decennia lang kende.
In Den Bosch blijft hij in de wijk actief als hovenier, met klussen voor bewoners en bedrijven. “De kerstbomen waren altijd het hoogtepunt van het jaar,” zegt hij. “Het stoppen is zwaar, maar het is geen einde — ik wil iets anders opzetten.” Terwijl de gemeentelijke vergunning definitief is afgewezen, broedt hij op een nieuw opzet — misschien minder groot, misschien anders ingericht — maar het sociale karakter wil hij behouden, want dat is voor hem de essentie van de verkoop: mensen samen brengen in de kersttijd.












