Het basisonderwijs in Nederland staat onder druk. Steeds meer scholen kampen met een ernstig lerarentekort, waardoor klassen uitvallen, leerlingen worden verspreid en onbevoegden worden ingezet. In sommige regio’s is het tekort zo nijpend dat kinderen wekelijks meerdere dagen geen les krijgen.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen – en waarom lijkt niemand meer voor de klas te willen staan?
De cijfers liegen niet
Volgens cijfers van de PO-Raad en het Ministerie van OCW:
In 2025 is het tekort opgelopen tot ruim 9.200 fte in het basisonderwijs.
In de Randstad is dat zelfs 1 op de 5 vacatures.
Meer dan 1.300 klassen per week krijgen geen les van een bevoegde leerkracht.
Sommige scholen zetten oudervrijwilligers of vakdocenten als tijdelijke invallers in.
En de verwachting? Het tekort loopt de komende jaren alleen maar verder op, zeker door vergrijzing van het docentencorps.
Waarom wil bijna niemand nog leraar worden?
1. Te hoge werkdruk
Leraren zijn niet alleen bezig met lesgeven. Ze moeten administratie bijhouden, vergaderingen bijwonen, oudergesprekken voeren, toetsen ontwikkelen en leerlingen begeleiden. Het werk houdt zelden op om 15:00 uur.
2. Te lage beloning
Hoewel salarissen in de afgelopen jaren zijn gestegen, vinden veel leraren het nog altijd geen eerlijke beloning voor het verantwoordelijkheidsniveau en de werklast. Zeker in dure steden is het nauwelijks leefbaar.
3. Gebrek aan respect en waardering
Het imago van het leraarschap is uitgehold. In plaats van gezien te worden als professionals, voelen veel leraren zich behandeld als uitvoerders van beleid.
“Ik voel me eerder een hulpverlener en boekhouder dan een leerkracht.” – anonieme docent in Amsterdam
4. Weinig groeimogelijkheden
Veel leerkrachten ervaren dat er binnen het basisonderwijs weinig ruimte is om door te groeien of zich te specialiseren zonder meteen het klaslokaal te verlaten.
5. Gedragsproblematiek en extra zorg
Door gebrek aan jeugdzorg, taalondersteuning en passend onderwijs worden steeds meer problemen op het bord van de leraar gelegd.
Gevolgen voor leerlingen
Het tekort raakt niet alleen de leerkrachten, maar vooral de kinderen:
Uitval van lessen leidt tot achterstanden, vooral bij leerlingen met een zwakkere thuissituatie.
Onbevoegde invallers kunnen niet dezelfde kwaliteit bieden.
Grote klassen maken persoonlijke aandacht onmogelijk.
Onrust en onregelmaat zorgen voor minder structuur en motivatie.
De onderwijskwaliteit in Nederland daalt, en dat heeft langdurige gevolgen voor de toekomst van een hele generatie.
Regionale verschillen
Het tekort is het grootst in:
Randstad (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht)
Stedelijke gebieden met hoge huurprijzen
Wijken met veel kwetsbare gezinnen
Ironisch genoeg zijn dit juist de plekken waar goed onderwijs het verschil kan maken.
Wat zijn mogelijke oplossingen?
✔️ 1. Salarissen verder verhogen
Maak het aantrekkelijker om voor de klas te staan, ook in dure steden. Overweeg een extra toelage voor leraren in het basisonderwijs in achterstandswijken.
✔️ 2. Verklein de klassen
Kleinere klassen zorgen voor minder werkdruk, meer individuele aandacht en hogere kwaliteit.
✔️ 3. Schaf overbodige administratie af
Laat leraren focussen op hun kern: lesgeven. Verminder verantwoordingsdruk en digitaliseer waar mogelijk.
✔️ 4. Investeer in zij-instroom
Bied volwassenen uit andere sectoren de kans om via een flexibele opleiding leraar te worden, mét inkomen en begeleiding.
✔️ 5. Maak het beroep aantrekkelijker voor jongeren
Herstel het imago van het leraarschap: laat zien hoe belangrijk en waardevol het werk is. Campagnes en voorbeeldfiguren kunnen hierbij helpen.
Wie wil er nog voor de klas?
Het is een pijnlijke vraag met een harde realiteit: steeds minder mensen kiezen bewust voor het basisonderwijs. Maar zonder betrokken, bevlogen leerkrachten stort het fundament van onze samenleving in.
Leraren zijn meer dan lesgevers. Ze vormen de toekomst van onze kinderen. Als we daar niet in willen investeren, waar dan wel in?