In de rechtszaal te Rotterdam is het Openbaar Ministerie (OM) vrijdagavond met klem opgekomen voor een maximale straf tegen het pleegouderstel Johnny van den B. en Daisy W. uit Vlaardingen. Tegen beide is een gevangenisstraf van elf jaar geëist, in combinatie met tbs met dwangverpleging, vanwege de stelselmatige en bijzonder zware mishandeling van vier pleegkinderen. Volgens de aanklager betreft het een zaak die in Nederland “uniek is in haar gruwelijkheid”.
De kern van de zaak draait om een destijds tienjarig meisje dat in mei 2024 met levensgevaarlijke verwondingen in het ziekenhuis werd opgenomen. Uit medisch onderzoek kwam naar voren dat zij onder meer meerdere botbreuken, hoofd- en rugletsels had en neurologisch letsel opliep. De pleegouders worden ervan verdacht het kind langdurig fysiek en psychisch te hebben mishandeld, onder meer door haar vast te binden in een zogenaamde kooiconstructie met stroomdraad en haar systematisch in een hulpeloze toestand te brengen.

Daarnaast gaat het OM uit van zware mishandeling van het zusje van het meisje en twee jongere Syrische broertjes die bij het stel waren ondergebracht. De aanklager sprak van jarenlange ontmenselijking van de slachtoffers, waarbij het stellen van straf, ontzegging van voeding of verzorging en het vasthouden in extreme omstandigheden regel waren.
Bij de behandeling van de zaak heeft het Pieter Baan Centrum (PBC) een rapport uitgebracht over de geestelijke gesteldheid van beide verdachten. Voor Johnny van den B. is een agressiestoornis vastgesteld gecombineerd met een sterke drang tot macht en controle. Voor Daisy W. is sprake van een complexe persoonlijkheidsstoornis met narcistische, antisociale en borderline-kenmerken. Omdat beide als verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd, acht het OM tbs met dwangverpleging noodzakelijk om herhaling te voorkomen.

De zaak wordt aangemerkt als een van de meest schrijnende dossiers in de Nederlandse jeugdzorg. Uit chatberichten tussen de verdachten blijkt dat zij bewust afspraken maakten over mishandelingspraktijken. In beeldmateriaal dat tijdens het onderzoek is gevonden, is het meisje vastgebonden te zien met handboeien, in een luier of bloot en geplaatst in een zelfgemaakte kooi. De vrije toegang tot toilet en voeding werd haar ontzegd, wat volgens de aanklager neerkomt op “een vorm van marteling”.
Voor het meeluisteren vangekomen slachtoffers zelf bood de rechtbank vandaag ruimte voor het spreekrecht. De moeder van het pleegmeisje en ouders van de pleegbroertjes deden aangrijpende verklaringen, waarin zij nauwelijks onder woorden konden brengen wat het kind had ondergaan. Getuigen omschreven de sfeer tijdens de zitting als intens en emotioneel geladen.

Advocaten van beide verdachten hebben gereageerd met bezwaar tegen de zwaarste strafmaat en benadrukten dat in de rechtszaal nog uitgebreid pleidooi zal worden gevoerd over omstandigheden zoals psychische aandoeningen, begeleiding door instanties en pleegzorgprocedures. Het vonnis is nog niet geprogrammeerd en zal op een later tijdstip worden uitgesproken.
Terwijl de rechtszaak voortschrijdt, houdt de jeugdzorgsector een kritische blik op de uitkomst. Het dossier roept vragen op over het toezicht op pleegouders, de meldingenketen en de bescherming van kwetsbare kinderen in het systeem.

Opmerkelijk is dat het OM tevens aangeeft dat de rechtbank niet alleen zal oordelen over de straf, maar ook over signalen die de jeugd- en zorgketen mogelijk gemist hebben. Jongeren- en pleegzorgorganisaties worden nadrukkelijk aangemoedigd mee te denken over verbeteringen in selectie, begeleiding en controle van pleeggezinconstructies. De zitting gaat door met pleidooien en spreekt vandaag verder over de aanpak in dit soort ernstige mishandeling-en-verwaarlozingszaken.











