In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam is een felle discussie ontstaan over een voorstel van de fractie van Denk om op stembureaus tijdens de heilige vastenmaand ramadan melk en dadels beschikbaar te stellen. Het plan, dat bedoeld was om moslim-stemmers en stembureauvrijwilligers de mogelijkheid te geven hun vasten te verbreken, stuitte op heftige kritiek van verschillende politieke partijen die stellen dat publieke ruimtes neutraal moeten blijven.
Het voorstel werd naar voren gebracht door fractievoorzitter Sheher Khan tijdens een raadsvergadering in Amsterdam. Hij gaf aan dat de verkiezingen — gepland op 18 maart — samenvallen met de ramadan en dat zowel stemmers als vrijwilligers daardoor mogelijk hinder ondervinden. Zo stelde hij: “Als het verbreken van het vasten is aangebroken, moeten zij de tijd krijgen om dat te doen.” Het aanbieden van melk en dadels zou volgens hem kunnen helpen dat niemand vanwege het vasten verstoken blijft van deelname.
De reactie van critici was direct en scherp. Leden van partijen als VVD en JA21 noemden het voorstel een “precedent dat de neutraliteit van stembureaus ondermijnt”. Een VVD-raadslid schreef op sociale media dat het “onbestaanbaar” is dat de gemeente dergelijke voorzieningen ineenstelt voor één geloofsgroep. Volgens deze critici is het stembureau geen plek voor religieuze symboliek of voorzieningen die uitsluitend door een specifieke groep kunnen worden opgevat.

Aan de andere kant wijzen voorstanders erop dat ruime openingstijden – van 07.30 tot 21.00 uur – volgens de gemeente al voldoende mogelijkheden bieden voor moslims om buiten het iftarmoment te stemmen. Burgemeester Femke Halsema stelde dat er weinig handelingsruimte is om stembureaus anders in te richten: “Er kan slechts één persoon tegelijk afwezig zijn, anders zou het bureau tijdelijk moeten sluiten,” aldus de burgemeester. Zij gebruikte deze regelgeving om te benadrukken dat structurele aanpassingen lastig uitvoerbaar zijn binnen de bestaande kiesinfrastructuur.
De kern van de discussie raakt aan breed maatschappelijke thema’s: hoe gaat een seculiere gemeente om met religieuze tradities binnen publieke procedures, en wanneer wordt het aanbieden van speciale voorzieningen een kwestie van gelijke behandeling of juist van ongewenste voorkeur? In de woorden van een raadslid: “Amsterdam is een seculiere gemeente — de stembureaus horen neutraal te zijn.” De tegenstanders vrezen dat het accepteren van dergelijke voorzieningen de deur opent naar andere verzoeken — denk aan rustruimtes, speciale stemuren of voorzieningen voor andere religieuze groeperingen.
Vanuit de voorstanderskant wordt gewezen op de praktische kant: vrijwilligers op stembureaus kunnen tijdens de ramadan mogelijk even hun positie moeten verlaten om hun vasten te verbreken. Door kleine voorzieningen — zoals een beker melk of een paar dadels — aan te bieden, kan de continuïteit van het stembureau behouden blijven zonder dat er een tijdelijke sluiting of ander ongemak optreedt. De gedachte is dat het initiatief de opkomst zou kunnen verhogen en participatie verlichten.

De publieke en politieke reacties wijzen op een groter spanningsveld. Enerzijds ligt er een wens om inclusiviteit te bevorderen en drempels voor deelname te verminderen. Anderzijds wordt de neutraliteit en gelijke behandeling van alle burgers en geloofsovertuigingen benadrukt. De druk is groot nu de gemeenten worstelen met hoe religieuze kalendermomenten — zoals de ramadan — samenvallen met politieke procedures.
Het voorstel is nog niet formeel aangenomen en het gemeentebestuur laat weten dat de mogelijkheden onderzocht worden binnen de grenzen van de Kieswet en de operationele capaciteit. Ondertussen blijft de discussie oplaaien in zowel raadszalen als op sociale media, op zoek naar een balans tussen praktische tegemoetkoming en het handhaven van het principe van een neutraal stembureau.












