Amsterdam – Het gaat de Nederlandse pensioenfondsen voor de wind. De beurskoersen stijgen, de rente blijft gunstig en daardoor nemen de vermogens stevig toe. Goed nieuws, zou je denken — zeker nu veel fondsen per 1 januari 2026 overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel. Maar de plotselinge rijkdom brengt ook spanning met zich mee: ouderen dreigen bij die overgang minder te krijgen dan jongere deelnemers.
„Dat is ontzettend lastig uit te leggen aan gepensioneerden,” zegt pensioenadvocaat Theo Gommer. „Zij hebben jarenlang gespaard, vaak meer bijgedragen aan het vermogen van het fonds dan jongeren. En dan krijgen ze straks te horen dat een dertiger op papier een hogere bonus krijgt. Dat voelt voor velen als onrechtvaardig.”
Vermogen groeit hard
De pensioenfondsen zitten er warmpjes bij. Door gunstige beursontwikkelingen en een stabiele rente zijn de vermogens de laatste tijd flink toegenomen. Voor fondsen die binnenkort invaren — de overstap maken naar het nieuwe pensioenstelsel — is dat gunstig nieuws. Als er een overschot is, mag dat worden verdeeld onder de deelnemers.
Volgens berekeningen van Aon en Aegon Asset Management ligt de gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen momenteel rond de 128 procent. Dat betekent dat ze 28 procent meer vermogen hebben dan nodig om aan hun verplichtingen te voldoen.
Om zonder kleerscheuren over te stappen naar het nieuwe stelsel is een dekkingsgraad van ongeveer 108 procent voldoende. Alles daarboven kan — simpel gezegd — als extraatje worden verdeeld. Dat extraatje wordt de invaarbonus genoemd.
Wat is de invaarbonus?
Bij het invaren wordt het totale fondsvermogen verdeeld over alle deelnemers: werkenden, slapers en gepensioneerden. Wie pensioen ontvangt, ziet de invaarbonus direct terug op zijn bankrekening.
„Stel, iemand ontvangt 1000 euro per maand,” legt Gommer uit. „Als zijn invaarbonus 10 procent is, stijgt zijn uitkering naar 1100 euro.”
Voor werkenden werkt het iets anders. Zij krijgen de bonus niet in contanten, maar toegevoegd aan hun opgebouwde pensioenkapitaal. Hun toekomstige pensioen groeit daardoor sneller.
Ouderen krijgen soms minder
De bonus is niet voor iedereen even hoog. Sommige fondsen verdelen het extra vermogen naar leeftijd. Een jongere werknemer van dertig kan bijvoorbeeld 10 procent bonus krijgen, terwijl een tachtigjarige gepensioneerde slechts 5 procent ontvangt.
Dat verschil hangt af van de spreidingstermijn: de periode waarover fondsen mogen rekenen met toekomstige indexaties (jaarlijkse verhogingen om de inflatie te compenseren). Hoe langer die termijn, hoe meer voordeel jongeren hebben.
Bij het pensioenfonds van ING wordt bijvoorbeeld gerekend met een spreidingstermijn van twintig jaar. Een vijftigjarige mag dus twintig indexaties verwachten, een vijfentachtigjarige hooguit drie. Daardoor krijgt de jongere procentueel een grotere bonus.
De De Nederlandsche Bank (DNB) heeft bepaald dat de standaard spreidingstermijn tien jaar is. Fondsen die daarvan willen afwijken, moeten uitleggen waarom. DNB zegt dat dit aansluit bij het huidige systeem, waarin ouderen bij kortingen ook minder lang geraakt worden.
Gelijke bonus bij sommige fondsen
Niet alle fondsen willen onderscheid maken. Grote spelers als PFZW (zorg) en het Bouwpensioenfonds kiezen voor een spreidingstermijn van één jaar. Iedereen krijgt dus hetzelfde percentage, ongeacht leeftijd.
PFZW noemt dit „een expliciete tegemoetkoming aan gepensioneerden” en wijst erop dat dit eenvoudiger uit te voeren is. Ook wil het fonds daarmee iets goedmaken voor de jaren waarin de pensioenen niet of nauwelijks zijn geïndexeerd. Het bouwfonds kiest om dezelfde reden voor een gelijke verdeling.
Gevaar voor onbegrip
Volgens Gommer ligt hier voor veel fondsen een communicatievalkuil. „Zodra gepensioneerden zien dat jongeren er op papier meer op vooruitgaan, voelen zij zich tekortgedaan. Zelfs al klopt de berekening technisch gezien. De emotie overheerst — en dat kan tot forse weerstand leiden.”
De overgang naar het nieuwe stelsel wordt daarmee niet alleen een financiële operatie, maar ook een sociale test. Fondsen zullen helder moeten uitleggen waarom ze bepaalde keuzes maken, om te voorkomen dat vertrouwen omslaat in woede.
Pensioen3daagse
Heb jij vragen over jouw pensioen? Tijdens de Pensioen3daagse op 11, 12 en 13 november beantwoorden experts van De Financiële Telegraaf gratis lezersvragen.
Wil je weten wat het nieuwe stelsel voor jouw pensioen betekent, of hoe je slim extra kunt sparen? Mail dan je vraag naar pensioen3daagse@dft.nl. Je ontvangt op een van die dagen persoonlijk antwoord.













