Amsterdam – Een 77-jarige vrouw durfde haar eigen woning niet meer te betreden omdat haar zoon het huis volledig in beslag had genomen. Woningcorporatie Ymere bood haar uiteindelijk een nieuwe woning aan, maar stelde daarbij één duidelijke voorwaarde: de zoon moest het huidige huurhuis verlaten. Pas via de rechter lukte het om dat af te dwingen.
In 2022 keert de zoon terug naar Nederland na twee jaar verblijf in het buitenland. Hij trekt opnieuw in bij zijn moeder, die huurt van Ymere. De verhoudingen verslechteren echter snel. De inmiddels 45-jarige man heeft geen werk, geen sociaal netwerk en weigert ondersteuning vanuit de GGD. Zijn gedrag wordt dreigend en uiteindelijk eigent hij zich de woning toe.
Moeder vlucht haar eigen huis uit
Vanaf 2024 durft de vrouw niet meer thuis te blijven. Ze verblijft afwisselend bij een vriendin en een nichtje, terwijl ze intussen wel gewoon de huur blijft betalen.
In mei 2025 doet de politie een inval in het huis vanwege het vermoeden van een hennepkwekerij. Die wordt niet gevonden, maar wel blijkt dat niet de oudere vrouw, maar haar zoon er woont. Wanneer na de inval nieuwe sleutels nodig zijn, komen die – opmerkelijk genoeg – alsnog in handen van de man.
Woningcorporatie grijpt in
Na contact met de vrouw ontdekt Ymere dat zij zich bedreigd voelt en feitelijk al een jaar dakloos is. De corporatie biedt haar daarom een geschiktere, kleinere woning aan. Voorwaarde: de zoon mag niet meeverhuizen en moet de huidige woning verlaten.
De vrouw probeert haar zoon te bewegen om te vertrekken, maar zonder resultaat. Wanneer zijn bijstandsuitkering stopt, vraagt hij zijn moeder zelfs om leefgeld – dat ze hem blijft sturen. Een formele oproep van haar advocaat om vóór 11 oktober te vertrekken, negeert hij. Daarom volgt een kort geding.
Rechter: “Wie is de huurder?”
In de rechtszaal vertelt de vrouw dat ze al een jaar ‘zwervend’ is en dat dit haar gezondheid schaadt. Ze wil niets liever dan weer een eigen plek. De zoon stelt dat hij best ergens anders wil wonen, maar dat het hem nog niet gelukt is iets te vinden.
Voor de rechter is de kwestie echter helder: de 77-jarige vrouw is de enige officiële huurder. Daarom moet de zoon binnen één week de woning verlaten.












