Nederland zit vast in hoog ziekteverzuim
In Nederland staat dagelijks ongeveer 15 procent van de beroepsbevolking buitenspel. Dat percentage ligt hoger dan in veel andere Europese landen. De vraag is waarom: zijn Nederlanders echt zieker, of is het sociale vangnet juist té comfortabel?
Een werkdag bij staalbedrijf Forga: zes zieken op 25 werknemers
Bij staalproducent Forga in Gaanderen is het ziekteverzuim op een willekeurige vrijdag fors. Een werknemer heeft een gebroken vinger, een ander kampt met hartproblemen. Iemand ondergaat een prostaatkankerbehandeling, een vierde heeft wondroos en een vijfde ligt met griep thuis. Directeur Sander Hollander twijfelt niet aan de oprechtheid van deze klachten.
Toch is er ook een zesde werknemer die langdurig ziek thuis zit. Deze administratief medewerker meldde zich twee jaar geleden ziek met mentale problemen. Hollander betwijfelt of dat terecht was. Volgens hem melden sommige werknemers zich probleemloos ziek zodra ze een vast contract hebben. Hij voelt zich machteloos doordat werkgevers weinig inzicht krijgen in mentale problemen, terwijl ze wel alle kosten dragen.

Een uniek en duur systeem
Nederland is het enige land in Europa waar werkgevers twee jaar het loon van zieke werknemers moeten doorbetalen. Het eerste jaar volledig, het tweede jaar minimaal 70 procent. Daarnaast zijn werkgevers verplicht uitgebreide re-integratietrajecten te begeleiden, van mediation tot coaching en medische onderzoeken.
Hollander verzucht dat een enkele huilbui bij de bedrijfsarts soms al genoeg is. Door privacyregels mag hij niet vragen wát er precies mis is, maar hij draait wel op voor alle kosten. En als re-integratiestappen te laat worden uitgevoerd, dreigt een loonsanctie.
Meer arbeidsongeschikten dan verwacht
Ondanks dit strenge systeem stijgt het aantal arbeidsongeschikten al jaren. In juli telde Nederland 820.000 mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, zo’n 8 tot 9 procent van de beroepsbevolking. Het ziekteverzuim steeg van 3,7 procent in 2015 naar 5,2 procent nu. Samen met WW’ers en zieken staan dagelijks ruim 1,5 miljoen Nederlanders aan de kant.
Hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen vindt het opvallend. Een streng systeem zou juist moeten leiden tot snellere terugkeer naar werk. “Maar dat lukt blijkbaar niet.”

Nederlanders ervaren meer beperkingen
Volgens Eurostat meldt 31 procent van de Nederlanders een functionele beperking, ver boven landen als Bulgarije en Italië. Vooral jongeren kampen met psychische klachten. Wilthagen ziet hierin een bredere trend: de Nederlandse samenleving is hoogproductief, efficiënt en veeleisend. We werken vaak in deeltijd, maar wel met voltijdse verwachtingen. Pauzes zijn kort, werk stapelt zich op en veel mensen zijn ’s avonds nog bezig.
De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving noemt Nederland zelfs een “hypernerveuze samenleving”. Hulp richt zich op individuele weerbaarheid, maar volgens de Raad moet vooral de druk vanuit de maatschappij omlaag.
Stress of ziekte? De scheidslijn vervaagt
Sven Kelder van re-integratiebedrijf Robidus ziet dat veel verzuim het gevolg is van stress en privéproblemen, niet van ziekte. “We noemen het ziekteverzuim, maar vaak is het gewoon een gebrek aan balans in het leven.” Een bedrijfsarts heeft weinig middelen om werknemers te sturen, en uitkeringen worden soms al toegekend vóórdat er een arts naar heeft gekeken.
Werkgevers zien risico’s en mijden vaste contracten
Hoogleraar Wilthagen ziet dat het systeem werkgevers voorzichtig maakt. Ze durven minder snel vaste contracten aan te bieden omdat zij twee jaar financieel risico dragen.
Bij Forga werkt Hollander daarom vooral met tijdelijke contracten en buitenlandse werknemers. Volgens hem hebben zij een sterkere werkmentaliteit en minder last van privédruk.
Van ‘zieke man van Europa’ naar nieuwe problemen
In de jaren negentig sloegen alarmbellen al eens aan. Premier Ruud Lubbers noemde Nederland destijds “de zieke man van Europa” vanwege de enorme WAO-instroom. Die regeling werd hervormd, maar volgens Wilthagen zijn we nu doorgeschoten. Hij pleit voor verkorting van de loondoorbetalingsperiode met minstens één jaar.
Ook politiek is er draagvlak: D66 en VVD willen terug naar één jaar, JA21 naar anderhalf, en ook het CDA vindt dat het systeem “aan herziening toe is”.














