Den Haag – Tijdens de eerste zitting van de rechtszaak tegen de 19-jarige Ridvan B. heeft het Openbaar Ministerie woensdag bekendgemaakt dat de verdachte heeft toegegeven zijn moeder te hebben gewurgd en kort daarna brand te hebben gesticht in hun woning in Den Haag. De gebeurtenissen speelden zich af op 12 april van dit jaar.
Volgens het OM legde B. een nekklem aan bij zijn moeder in de slaapkamer. Daarna stak hij met een kaars papieren en een kartonnen doos in brand, wat leidde tot een felle rookontwikkeling. Zijn oudere zus vluchtte naar het balkon en werd daar later door de brandweer gered. Zijn twee jongere broertjes wisten op tijd het huis te verlaten en werden opgevangen door een buurman.
B. zelf verstopte zich in een kelderbox, waar hij korte tijd later werd aangehouden door de politie. Zijn moeder werd zwaargewond aangetroffen op bed en overleed later in het ziekenhuis. Uit onderzoek in het ziekenhuis bleek dat de vrouw niet door de brand, maar door wurging om het leven kwam.
Naast moord wordt Ridvan B. ook vervolgd voor brandstichting en het in levensgevaar brengen van zijn zus, broertjes en omwonenden.
Psychiatrisch onderzoek aangevraagd
Tijdens de zitting werd duidelijk dat B. na zijn tweede politieverhoor een bekentenis aflegde. Op dit moment zit hij in het psychiatrisch ziekenhuis van de gevangenis, in afwachting van een plaatsing in het Pieter Baan Centrum (PBC) voor verder onderzoek naar zijn geestelijke gesteldheid. De wachttijd voor een opname bedraagt echter zo’n zes maanden.
De rechtbank toonde zich teleurgesteld over de vertraging. “Dat is onwenselijk, maar we kunnen geen ijzer met handen breken,” aldus de rechter. De volgende, voorbereidende zitting is gepland op 30 september. Een inhoudelijke behandeling van de zaak laat vermoedelijk nog tot volgend jaar op zich wachten.